Bezig met afdrukken van
Bezig met afdrukken van
Dit hoofdstuk bevat informatie over afdrukken, printerrapporten en het annuleren van taken. De keuze voor en de
verwerking van papier en speciaal afdrukmateriaal kunnen de betrouwbaarheid van het afdrukken beïnvloeden.
Raadpleeg "Papierstoringen voorkomen" op pagina 104 en "Papier bewaren" op pagina 47 voor meer informatie.
Een document afdrukken
Documenten afdrukken
1
Stel in het menu Papier op het bedieningspaneel van de printer de papiersoort en het papierformaat in op basis
van het geplaatste papier.
2
Verzend de afdruktaak:
Voor Windows-gebruikers
a
Open een bestand en klik op Bestand >Afdrukken.
b
Klik op Eigenschappen, Voorkeuren, Opties of Instellen.
c
Pas zo nodig de instellingen aan.
d
Klik op OK >Afdrukken.
Voor Macintosh-gebruikers
a
Pas de instellingen aan in het dialoogvenster Pagina-instelling:
1
Open een document en klik op Archief >Pagina-instelling.
2
Kies een papierformaat of maak een aangepast formaat dat overeenkomt met het geplaatste papier.
3
Klik op OK.
b
Pas de instellingen aan in het dialoogvenster Druk af:
1
Open een document en kies Archief >Druk af.
Klik zo nodig op het driehoekje om meer opties weer te geven.
2
Pas via het dialoogvenster Druk af en de voorgrondmenu's de instellingen zo nodig aan.
Opmerking: als u op een bepaalde papiersoort wilt afdrukken, stelt u de papiersoort in op het
geplaatste papier, of selecteert u de betreffende lade of lader.
3
Klik op Druk af.
Tonerintensiteit aanpassen
Embedded Web Server gebruiken
1
Open een webbrowser en typ het IP-adres van de printer in de adresbalk.
Opmerkingen:
•
Controleer het IP-adres in het gedeelte TCP/IP van het menu Netwerk/poorten. Het IP-adres bestaat uit vier
sets met cijfers gescheiden door punten, bijvoorbeeld: 123.123.123.123.
51