Papier en speciaal afdrukmateriaal plaatsen
Papier en speciaal afdrukmateriaal plaatsen
De keuze en de verwerking van papier en speciaal afdrukmateriaal kunnen de betrouwbaarheid van het afdrukken
beïnvloeden. Raadpleeg "Papierstoringen voorkomen" op pagina 104 en "Papier bewaren" op pagina 47 voor meer
informatie.
Papierformaat en papiersoort instellen
1
Blader op het bedieningspaneel van de printer naar:
>Menu Papier >
2
Selecteer Lade [x] Formaat of Lade [x] Soort en druk op
3
Wijzig het papierformaat of de papiersoort en druk op
Opmerkingen:
•
De papierformaatinstelling voor de standaardlade voor 250 vel (lade 1), optionele lade voor 250 of 550 vel (lade
2) en de universeellader moeten handmatig worden ingesteld in het menu Papierformaat.
•
De standaardinstelling voor papierformaat voor lade 1 is Normaal papier.
•
De standaardinstelling voor papiersoort voor de universeellader is Aangepast type 6.
•
De instelling voor papiersoort moet voor alle laden handmatig worden ingesteld.
Instellingen voor universeel papier configureren
Het universele papierformaat is een door de gebruiker gedefinieerde instelling waarmee u kunt afdrukken op
papierformaten die niet vooraf zijn ingesteld in de printermenu's.
Opmerkingen:
•
Het grootste ondersteunde universele formaat is 216 x 355,6 mm (8,5 x 14 inch).
•
Het kleinste ondersteunde universele formaat voor de universeellader is 76 x 127 mm (3 x 5 inch). Het kleinste
ondersteunde universele formaat voor de optionele lader is 183 x 210 mm (7,2 x 8,3 inch).
Blader op het bedieningspaneel van de printer naar:
>Menu Papier >
De hoogte en breedte van het papier opgeven
1
Blader op het bedieningspaneel van de printer naar:
>Menu Papier >
2
Druk op de pijltoetsen tot Hoogte Staand of Breedte Staand wordt weergegeven en druk op
3
Wijzig de instellingen en druk op
>Papierformaat/-soort >
>Universal-instelling >
>Universal-instelling >
.
.
.
>Maateenheden >
>Maateenheden >
> selecteer de maateenheid >
> selecteer de maateenheid >
31
.