5
Druk op </M/m/, om het teken te
selecteren dat u wilt invoegen en druk op
ENTER.
Het geselecteerde teken verschijnt boven aan
de display.
Voorbeeld: Titelnaam invoeren
Titelnaam invoeren
1
2
3
Wis alles
4
5
Het soort tekens verandert afhankelijk van de
taal die u hebt ingesteld in "Snelinstelling". In
sommige talen kunnen geen accenten worden
gebruikt.
Als u een letter met een accent wilt invoeren,
selecteert u een accent gevolgd door de letter.
Voorbeeld: Kies " ` " en vervolgens "a" om
"à" in te voeren.
Selecteer "Spatie" om een spatie in te voegen.
6
Herhaal stap 4 en 5 om meer tekens in te
voeren.
Invoerrij
Titelnaam invoeren
1
-
2
c
3
f
4
5
Verplaats de cursor rechts van het teken dat u
wilt wissen. Kies "Terug" en druk op ENTER.
Verplaats de cursor rechts van het punt waar u
een teken wilt invoegen. Kies het teken en
druk op ENTER.
Kies "Wis alles" en druk op ENTER om alle
tekens te wissen.
7
Kies "Voltooi." en druk op ENTER.
Selecteer "Annul." om de instelling te
annuleren.
40
6
"A"
Terug
7
"a"
8
Symbool
9
Annul.
Spatie
0
Voltooi.
6
"A"
Terug
7
"a"
Wis alles
8
Symbool
Spatie
9
Annul.
0
Voltooi.
De cijfertoetsen gebruiken
U kunt ook tekens invoeren met de cijfertoetsen.
1
Druk in stap 5 hierboven herhaaldelijk op een
cijfertoets om een teken te kiezen.
Voorbeeld:
Druk één keer op cijfertoets 3 om de letter "D"
in te voeren.
Druk drie keer op cijfertoets 3 om de letter "F"
in te voeren.
2
Druk op SET en kies het volgende teken.
3
Kies "Voltooi." en druk op ENTER.
z Tips
• U kunt alle weergegeven tekens wissen door gedurende
2 seconden of langer CLEAR ingedrukt te houden.
• U kunt wisselen tussen "A" (hoofdletters), "a" (kleine
letters) en "Symbool", zelfs als u op INPUT SELECT
drukt.