INSTELLINGEN
Black List
White List
Enabled
Ingeschakeld
Uitgeschakeld Geen
Ingeschakeld
Uitgeschakeld Bellen
Ingeschakeld
Ingeschakeld Geen
Ingeschakeld
Ingeschakeld Bellen
Type: de uitgangen, indien geactiveerd, blijven meestal geactiveerd totdat een deactiveringcommando wordt ontvangen
(Bistable), op dat moment keert de uitgang terug naar dat stand-bystatus. Als u wilt dat de uitgang na een ingestelde
tijdsperiode automatisch terugschakelt naar stand-by, kunt u de optie Monostable selecteren en deze tijd instellen in de
optie Monostable Time ON ernaast.
Monostable Time ON: voer een waarde in seconden in (1 tot 86400 in stappen van 1 seconde) om de tijd te specificeren
hoe lang de uitgang, indien monostabiel, actief moet blijven voordat deze terugkeert naar stand-by.
Input
Als een klem T1, T2, T3, T4, T5 of T6 als ingang wordt geconfigureerd, kan deze worden geprogrammeerd als Normally Open
of Normally Closed (zie Polarity). De ingang wordt ten minste elke 30 ms gecontroleerd en als de ingangsstatus langer dan
300 ms stabiel blijft, wordt Input 1 Event gegenereerd (voor klem T1).
De volgende opties zijn beschikbaar bij het programmeren van de ingangen:
Panel Interconnection Present: als dit is ingeschakeld, genereert het deactiveren van de ingang de gebeurtenis Panel
Interconnection Fault en genereert het activeren de gebeurtenis Panel Interconnection Restore.
Dialer Block: als dit is ingeschakeld, blokkeert de activering van de ingang de communicator en wordt de wachtrij gewist.
Force Communication on Simulated Line: als dit is ingeschakeld, schakelt het activeren van de ingang van PSTN
naar het mobiele kanaal.
App Type Output
U kunt de uitgangen van de communicator via de ConnectAlarm app activeren of deactiveren.
Gebruik dit menu om in te stellen hoe de app de uitgangen activeert of deactiveert.
Not Used: de app kan de uitgang niet activeren of deactiveren.
Arm / Disarm: de toetsen ARM
deactiveren.
De uitgang wordt ingesteld als Bistable en u moet deze aansluiten op de ingang van een bedieningspaneel die het
bedieningspaneel inschakelt als dit is geactiveerd en het bedieningspaneel uitschakelt als dit in stand-by staat:
U hebt een communicatoringang nodig om de inschakelstatus van het bedieningspaneel te ontvangen: zie Arm / Disarm. Status.
Partial Arm 1: de toets
uitgang hebt ingesteld.
De uitgang wordt ingesteld als Monostable en u moet deze aansluiten op een ingang van een bedieningspaneel dat iedere keer
dat deze wordt geactiveerd een gedeeltelijke inschakeling uitvoert.
U hebt een communicatoringang nodig om de status gedeeltelijke inschakeling te ontvangen: zie Partial Arm / Dis. St 1.
Partial Arm 2: vergelijkbaar met Partial Arm 1 maar voor gedeeltelijk inschakelen 2.
Partial Arm 3: vergelijkbaar met Partial Arm 1 maar voor gedeeltelijk inschakelen 3.
Partial Arm 4: vergelijkbaar met Partial Arm 1 maar voor gedeeltelijk inschakelen 4.
56
Activation
(alleen als de communicator naar het mobiele
Confirmation
NEE
NEE
JA
NEE
en DISARM
wordt gebruikt om de uitgang te activeren. De toets
EFFECTEN
Oproep doorgeschakeld
kanaal wordt geschakeld)
kunnen worden gebruikt om de uitgang te activeren en te
Universele mobiele/ethernetcommunicators
Bevestigingstoon
NEE
JA
NEE
JA
heeft hetzelfde label die u voor de