Uitgangen activeren
De communicator heeft klemmen (T1, T2, T3, T4, T5 en T6) die als in- of uitgangen kunnen worden geprogrammeerd. De uitgangen
kunnen automatisch, als er zich bepaalde geprogrammeerde gebeurtenissen voordoen (zie "Inputs/Outputs" op pagina 54), of
extern worden geactiveerd, door het verzenden van sms-berichten naar de communicator, door nummerherkenning van
voorgeprogrammeerde nummers (zie "Phonebook" op pagina 45) of door een mobiel apparaat waarop de app ConnectAlarm
draait (zie "App Type Output" op pagina 56).
Activering/deactivering externe uitgang
De mobiele of ethernetverbinding moet op de uitgangen aanwezig zijn om extern te kunnen worden geactiveerd of gedeactiveerd.
Om deze functie in te schakelen, moet de uitgang als een Reserved Output worden geconfigureerd.
Als klemmen T1, T2, T3, T4, T5 en T6 als uitgangen worden geprogrammeerd, kunnen deze extern worden beheerd via
sms en nummerherkenning.
De sms wordt nooit opgeslagen op het apparaat en wordt gewist zodra het commando is uitgevoerd.
Het nummer dat wordt gebruikt voor activering van de uitgangen d.m.v. nummerherkenning mag NIET worden verborgen
(d.w.z. GEEN geheim nummer).
Om te voorkomen dat oproepen worden doorgeschakeld naar apparatuur aangesloten op klemmen LI, raden wij u aan dat de
communicator wordt geprogrammeerd met Black List Enabled ingeschakeld (Options > Dial Options) en White list
uitgeschakeld (Phonebook) voor de nummers die u met deze functie wilt gebruiken, worden oproepen op deze wijze geweigerd.
De uitgangen met 'open-collector' kunnen worden geprogrammeerd als Bistable of Monostable:
Bistabiele uitgangen worden met twee afzonderlijke commando's geactiveerd/gedeactiveerd;
Monostabiele uitgangen blijven actief gedurende de geprogrammeerde Monostable Time On, waarna deze terugkeren
naar stand-by, of totdat ze via sms worden gedeactiveerd.
Elke uitgang kan worden geprogrammeerd om een bevestigingssignaal terug te zenden:
een eerder geprogrammeerd sms, als de uitgang via sms werd geactiveerd/gedeactiveerd;
een bevestigingstoon, als er nummerherkenning werd gebruikt.
Als er nummerherkenning wordt gebruikt, wordt de oproep 12 seconden na activering van de uitgang automatisch opgehangen.
Zie paragrafen "Inputs/Outputs" op pagina 54 en "Options" op pagina 48 voor meer informatie over de in de volgende
paragrafen gebruikte opties Control String en User Code.
Bistabiele uitgangen
Uitgangen met 'open collector' die als bistabiel zijn geconfigureerd, kunnen op twee manieren worden geactiveerd:
1.
Door het als volgt verzenden van een sms met daarin een hekje (#), de gebruikerscode en de Control String (Control
String mag niet beginnen met blanco spaties) en de tekens =ON*:
#Gebruikerscode*Control String=ON* (voorbeeld: #123456*HOMELIGHT=ON*)
2.
Met nummerherkenning: de uitgang wordt in dit geval kosteloos geactiveerd, omdat het apparaat na het herkennen van de
oproeper de uitgang activeert zonder de oproep te accepteren.
Een als bistabiel geconfigureerde OC-uitgang kan ALLEEN worden gedeactiveerd door een sms dat bestaat uit het hekje (#),
de gebruikerscode, de Control String en de tekens =OFF* met gebruik van de volgende syntaxis:
#Gebruikerscode*Control String=OFF* (voorbeeld: #123456*HOMELIGHT=OFF*)
De 6-cijferige gebruikerscode wordt in de fabriek ingesteld op 000000; zie "De gebruikerscode wijzigen" op pagina 36 om dit
te wijzigen.
34
Universele mobiele/ethernetcommunicators