Bedieningshandleiding
Bedieningselementen
Platformbedieningspaneel
1 Claxonknop
Druk op de knop om de claxon te laten klinken.
Laat de knop los om de claxon te stoppen.
2 Indicatielampje 'platform niet horizontaal'
Plaats het platform horizontaal tot het lampje
uitgaat. De schakelaar werkt alleen in de richting
waarin het platform horizontaal wordt geplaatst.
3 Indicatielampje 'machine op helling'
Een brandend lampje geeft aan dat alle functies
zijn gestopt. Zie de instructies in de sectie
Bedieningsinstructies.
4 Indicatielampje 'primaire arm neerlaten'
Laat de primaire arm neer tot het lampje uitgaat.
5 Indicatielampje 'secundaire arm neerlaten/
inschuiven'
Laat de secundaire arm neer of schuif deze in
tot het lampje uitgaat.
6 Gebruikt voor optionele uitrusting
7 Generatorbedieningselement met indicatielampje
(indien aanwezig)
Beweeg de schakelaar of druk de knop in om de
generator in te schakelen. Beweeg de
schakelaar opnieuw of laat de knop los om de
generator uit te schakelen.
8 Nood-/hulpvoedingsbedieningselement met
indicatielampje
Gebruik de nood-/hulpvoeding als de primaire
krachtbron (motor) defect is.
Beweeg de schakelaar en houd deze vast of
druk de knop in en houd deze vast. Activeer de
gewenste functie. Het indicatielampje brandt
wanneer de nood-/hulpvoeding wordt gebruikt.
22
9 Gloeibougiebedieningselement met
indicatielampje
Beweeg de schakelaar of druk de knop in om de
gloeibougies te activeren.
10 Motorstartbedieningselement met
indicatielampje
Beweeg de schakelaar of druk de knop in om de
motor te starten. Het indicatielampje brandt
wanneer de schakelaar wordt bewogen of de
knop wordt ingedrukt.
11 Motortoerentalbedieningselement met
indicatielampje
Beweeg de schakelaar of druk de knop in om
het stationair motortoerental te kiezen. Het
indicatielampje naast de huidige instelling voor
het stationair motortoerental gaat branden.
12 Indicatielampje 'overbelasting platform'
Een knipperend lampje geeft aan dat het
platform is overbelast. De motor stopt en er
treden geen functies in werking. Verwijder
gewicht van het platform tot het lampje uitgaat.
13 Voedingsindicatielampje
Een brandend lampje geeft aan dat de machine
is ingeschakeld.
14 Indicatielampje 'motor controleren'
Een brandend lampje geeft een motorstoring
aan.
15 Indicatielampje 'brandstoftank bijna leeg'
Een brandend lampje geeft aan dat de
brandstoftank van de machine bijna leeg is.
16 Storingsindicatielampje
Een brandend lampje geeft een systeemstoring
aan.
17 Rode noodstopknop
Druk de rode noodstopknop in naar de stand 'uit'
om alle functies stop te zetten en de motor uit te
schakelen. Trek de rode noodstopknop uit naar
de stand 'aan' om de machine te bedienen.
Z-135/70
Tweede uitgave • Vijfde druk
Onderdeelnr. 114475DU