Onderhoud
Afstelling van de carburateur
Tijdens het afstellen van de carburateur kan het maaiaccessoire in beweging komen. Let op dat u niet gewond raakt.
Bij het starten moet de stelschroef voor het stationair toerental (T) zodanig zijn afgesteld dat het maaiaccessoire niet
gaat roteren. Neem bij problemen met de carburateur contact op met uw dealer.
T: Stationair toerental afstellen
worden gecontroleerd. Verwijder verontreinigingen van de ge-
luiddemper.
BELANGRIJK
De beschermkap van de geluiddemper niet verwijderen. Raad-
pleeg indien nodig uw dealer.
WAARSCHUWING
LET OP!
Elke machine wordt in de fabriek getest en de carburateur wordt
goed afgesteld voor een maximale prestatie.
Reinig of vervang het luchtfilter, start de motor en laat deze ge-
durende enkele minuten op bedrijfstemperatuur komen voordat u
de carburateur afstelt.
De motor moet terugkeren naar het stationair toerental zodra de
gashendel wordt losgelaten. Het stationair toerental is instelbaar
en moet laag genoeg zijn om het maaiaccessoire uit te laten
schakelen door de motorkoppeling.
Ga als volgt te werk om de carburateur af te stellen:
1.
Plaats het apparaat op de grond en start de motor. Laat het
2-3 minuten stationair draaien totdat het warm is.
2.
Als het accessoire beweegt bij stationair motortoerental, ver-
laagt u dit door linksom aan de stelschroef van het stationair
toerental (T) te draaien.
3.
Herhaal de procedure van accelereren naar volgas en terug-
keren naar stationair enkele keren. Controleer of het maai-
accessoire stopt met bewegen bij stationair toerental.
4.
Indien er een toerenteller beschikbaar is, dient het stationai-
re motortoerental te worden afgesteld volgens de aanbevo-
len instellingen in het hoofdstuk Specificaties.
OPMERKING
Afstellingen aan het brandstofmengsel in de carburateur zijn
vooraf door de fabriek ingesteld en kunnen niet ter plaatse wor-
den uitgevoerd.
28