•
Kan niet worden gebruikt met de zelfontspanner
[Knipperdetectie]
(=
40).
•
Opnamen maken kan tijdelijk stoppen of continu-opnamen maken
kan langzamer worden, afhankelijk van de opnameomstandigheden,
camera-instellingen en zoompositie.
•
Opnamen maken kan langzamer worden wanneer meer opnamen
worden gemaakt.
•
Als u flitst, kan de opnamesnelheid afnemen.
•
Continu-opnamen maken gaat sneller in de modus [
Opnamebereik en scherpstellen
(=
34) of
Close-ups maken (macro)
Stel de camera in op [e] om de scherpte te beperken tot onderwerpen die
zich dichtbij bevinden. Zie "Opnamebereik"
over het scherpstelbereik.
]
(=
44).
•
•
•
Druk op de knop <q>, kies [e] (druk op
de knoppen <q><r> of draai aan de
knop <5>) en druk vervolgens op
de knop <m>.
Als de instelling is voltooid, wordt [e]
weergegeven.
Als u flitst, kan vignetvorming optreden.
In het weergavegebied in de gele balk onder de zoombalk wordt [e]
grijs en de camera stelt niet scherp.
Om camerabeweging te voorkomen plaatst u de camera op een statief en
neemt u opnamen met de camera ingesteld op [[]
Foto's
(=
131) voor meer informatie
(=
35).
Voorblad
Vóór gebruik
Algemene bediening
camera
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
1
van de camera
2
Auto-modus
Andere
3
opnamemodi
4
P-modus
Tv-, Av- en
5
M-modus
6
Afspeelmodus
Menu
7
Instellingen
8
Accessoires
9
Bijlage
Index
58