2
Auto-modus
Handige modus voor eenvoudige opnamen met een betere controle bij het maken van opnamen.
Opnamen maken met door
de camera bepaalde instellingen ..................
Opnamen maken (Smart Auto) .............................
Compositiepictogrammen .....................................
Pictogrammen voor beeldstabilisatie ....................
Kaders op het scherm ...........................................
Algemene, handige functies ...........................
Nader inzoomen op het onderwerp
(Digitale Zoom) ......................................................
De zelfontspanner gebruiken ................................
Een datumstempel toevoegen ..............................
Functies voor de beeldaanpassing ................
29
De verhouding wijzigen .........................................
29
De beeldresolutie wijzigen (grootte) ......................
32
Rode-Ogen Correctie ............................................
32
Beeldkwaliteit van films wijzigen ...........................
33
Het windfilter gebruiken .........................................
33
Handige opnamefuncties ................................
Raster weergeven .................................................
33
Het gebied waarop wordt scherpgesteld
34
vergroten ...............................................................
36
Controleren op gesloten ogen ...............................
37
De camerabewerkingen aanpassen ...............
37
Het AF-hulplicht uitschakelen ................................
37
Het lampje voor rode-ogenreductie uitschakelen ...
38
De weergavestijl van het beeld na de opname
38
wijzigen ....................................................................
39
39
39
40
40
Voorblad
Vóór gebruik
Algemene bediening
camera
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
1
van de camera
2
Auto-modus
Andere
3
opnamemodi
4
P-modus
Tv-, Av- en
5
M-modus
41
6
41
Afspeelmodus
41
Menu
7
Instellingen
42
8
Accessoires
9
Bijlage
Index
28