U ontvangt de instellingen voor een toegangspunt mogelijk
in een bericht van een serviceprovider. Sommige of alle
toegangspunten kunnen door de serviceprovider vooraf zijn
ingesteld voor het apparaat; het is wellicht niet mogelijk
deze instellingen te wijzigen of verwijderen of om nieuwe
instellingen toe te voegen.
Wanneer u een van de groepen met toegangspunten
selecteert (
,
,
,
toegangspunten weergegeven:
Aanduiding van een beveiligd toegangspunt
Aanduiding van een toegangspunt voor packet-
gegevens
Aanduiding van een draadloos LAN-toegangspunt (WLAN)
Tip: U kunt internettoegangspunten in een WLAN
maken met de WLAN-wizard.
Selecteer
Toegangspunt
wilt maken. U wordt gevraagd de beschikbare verbindingen
te controleren. De reeds beschikbare verbindingen worden
na de zoekopdracht weergegeven en kunnen door een nieuw
toegangspunt worden gedeeld. Als u deze stap overslaat,
wordt u gevraagd een verbindingsmethode te selecteren en
de benodigde instellingen te definiëren.
Als u de instellingen van een toegangspunt wilt bewerken,
selecteert u een van de groepen met toegangspunten,
bladert u naar een toegangspunt en selecteert u
Bewerken. Volg de instructies van uw serviceprovider om
het volgende te bewerken:
Naam verbinding
— Hier kunt u een naam voor de
•
verbinding invoeren.
158
,
), worden de typen
als u een nieuw toegangspunt
Opties
Drager gegevens
•
gegevensverbinding.
Afhankelijk van de geselecteerde gegevensverbinding zijn
slechts bepaalde velden beschikbaar. Vul alle velden in die
zijn voorzien van de aanduiding
sterretje (*). De overige velden hoeft u alleen in te vullen als
uw serviceprovider dat aangeeft.
Als u een gegevensverbinding wilt gebruiken, moet de
serviceprovider deze functie ondersteunen en zo nodig
activeren op de SIM-kaart.
Groepen met toegangspunten maken
Selecteer
Menu
>
Verbinding
> Bestemmingen.
In sommige toepassingen kunt u groepen met
toegangspunten gebruiken om een verbinding met een
netwerk tot stand te brengen.
U kunt een groep met meerdere toegangspunten maken en
de volgorde weergeven waarin de toegangspunten worden
gebruikt om verbinding met een bepaald netwerk te maken.
U hoeft dan niet telkens opnieuw een toegangspunt te
selecteren wanneer het apparaat een verbinding met een
netwerk tot stand brengt.
U kunt bijvoorbeeld WLAN- en packet-
gegevenstoegangspunten toevoegen aan een groep met
internettoegangspunten en de groep gebruiken om op het
>
web te bladeren. Als u het WLAN-toegangspunt de hoogste
prioriteit geeft, maakt het apparaat via een WLAN verbinding
met internet als er een WLAN-verbinding beschikbaar is en
via een packet-gegevensverbinding als er geen WLAN-
verbinding beschikbaar is.
— Selecteer het type
Te definiëren
Bed. paneel
Instellingen
>
© 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
of een rood
en