Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Codering; Apparaatgeheugen En Geheugenkaart Coderen - Nokia E52 Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor E52:
Inhoudsopgave

Advertenties

u
Opties
Wachtwoord geh.kaart
>
wachtwoord bestaat uit maximaal 8 lettertekens en is
hoofdlettergevoelig. Het wachtwoord wordt opgeslagen op
het apparaat. U hoeft het niet nog een keer in te voeren als
u de geheugenkaart in hetzelfde apparaat gebruikt. Als u de
geheugenkaart ook in een ander apparaat gebruikt, wordt u
gevraagd het wachtwoord in te voeren. Niet alle
geheugenkaarten kunnen met een wachtwoord beveiligd
worden.
Selecteer
Opties
Wachtwoord geh.kaart
>
Verwijderen
om het wachtwoord van een geheugenkaart te
verwijderen. Als u het wachtwoord verwijdert, zijn de
gegevens op de geheugenkaart niet meer beveiligd tegen
onbevoegd gebruik.
Als u een vergrendelde geheugenkaart wilt openen,
selecteert u
Opties
Geh.kaart
>
wachtwoord in.
Als u het wachtwoord van een vergrendelde geheugenkaart
vergeten bent, kunt u de kaart formatteren om de kaart te
ontgrendelen. Het wachtwoord is dan ook verwijderd. Als u
een geheugenkaart formatteert, verliest u wel alle gegevens
die op de kaart opgeslagen zijn.

Codering

Selecteer
Menu
Bed. paneel
>
U kunt het apparaat of de geheugenkaart coderen, zodat
anderen geen toegang tot belangrijke gegevens hebben.
140
> Instellen. Het
>
deblokkeren. Voer het
Telefoon
> Codering.
>
Apparaatgeheugen en
geheugenkaart coderen
Als u het apparaatgeheugen wilt coderen, selecteert u
Telefoongeheugen.
Als u de geheugenkaart wilt coderen, selecteert u
Geheugenkaart
en maakt u een keuze uit de volgende
opties:
Coder. zond. opsl. sleutel
zonder de coderingssleutel op te slaan. Als u deze optie
selecteert, kunt u de geheugenkaart niet in andere
apparaten gebruiken. Ook kunt u de geheugenkaart niet
decoderen als u de fabrieksinstellingen terugzet.
Coderen en sleutel opslaan
coderen en de sleutel handmatig in de standaardmap
opslaan. Sla voor alle zekerheid de sleutel ook op een
veilige plaats buiten het apparaat op. U kunt de sleutel
bijvoorbeeld naar de computer verzenden. Voer een
wachtwoord in voor de sleutel en een naam voor het
sleutelbestand. Het wachtwoord mag niet te kort en
eenvoudig zijn.
Coderen met herstelde sleutel
coderen én de ontvangen sleutel op de kaart opslaan.
Selecteer het sleutelbestand en voer het wachtwoord in.
© 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
— De geheugenkaart coderen
— De geheugenkaart
— De geheugenkaart

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave