Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Stahl 8150/1 Series Bedieningshandleiding pagina 20

Verberg thumbnails Zie ook voor 8150/1 Series:
Inhoudsopgave

Advertenties

Montage en installatie
NL
Afstanden, lucht- en kruipafstanden
NL
 Bij de inbouw van componenten moeten de lucht- en kruipafstanden tussen de
NL
afzonderlijke componenten en tussen componenten tot de behuizingswanden
voldoende gedimensioneerd worden. Hierbij rekening houden met de waarden uit de
NL
norm EN IEC 60079-7 (Tabel).
NL
 De kruipafstanden van de componenten controleren en overeenkomstig de voorschriften
van de betreffende gebruikshandleiding aanhouden.
NL
 Luchtafstanden, afhankelijk van de nominale bedrijfsspanning van de ingebouwde
NL
klemmen, aanhouden.
NL
 Afstand tussen deksel en aansluitbouten van de ingebouwde componenten
(bij aangesloten ader) aanhouden: minimaal de waarde van de vereiste luchtafstanden.
NL
NL
Afstand tussen aansluitdelen voor intrinsiekveilige en niet intrinsiekveilige stroomkringen
NL
 Scheidingswanden, welke voor het scheiden van de aansluitklemmen worden gebruikt,
minimaal op 1,5 mm van de behuizingswanden monteren of een minimale afstand van
NL
50 mm tussen de blanke geleidende delen van de aansluitklemmen waarborgen
NL
(gemeten rondom de scheidingswand naar alle richtingen)
 Waarborgen dat metalen scheidingswanden
NL
• minimaal 0,45 mm dik zijn
NL
• geaard zijn
NL
• voldoende stevig en stijf zijn
• voldoende stroombelastbaar zijn.
NL
 Zorg ervoor dat niet metalen, isolerende scheidingswanden
NL
• minimaal 0,9 mm dik zijn
NL
• het benodigde kruipstroomgetal (CTI) hebben.
Houd daarvoor de norm IEC/EN 60079-7 aan en de specificaties betreffende
NL
optredende spanning (zie hoofdstuk "Technische gegevens").
NL
• versterkt zijn, om vervormingen te voorkomen.
NL
 Bij zekeringen > 4 A tevens constructieve maatregelen uitvoeren, om extra opwarming
aan de klemmen van intrinsiekveilige stroomkring te vermijden.
NL
NL
Afdekkingen bij combinaties van niet intrinsiekveilige en intrinsiekveilige stroomkringen
 Alle spanningsvoerende onderdelen, die niet in de beschermingsklasse „Ex i" zijn
NL
uitgevoerd, moeten worden voorzien van een afdekking, welke bij geopend bedrijfsmiddel
minimaal beschermingsklasse IP30 biedt.
Intrinsiekveilige stroomkringen
 In intrinsiekveilige stroomkringen mogen uitsluitend geïsoleerde kabels en leidingen met
een testspanning van minimaal 500 V AC en een minimale kwaliteit van H05 worden
gebruikt.
 De isolatietestspanning voor isolatie en scheiding van de klemmen en leidingen uit de
som van de nominale bedrijfsspanningen van intrinsiekveilige en niet-intrinsiekveilige
stroomkringen berekenen.
• Voor het geval "intrinsiek veilig tegen aarde" levert dit een isolatiespanningswaarde
op van minstens 500 V (in het andere geval dubbele waarde van de nominale
bedrijfsspanning van intrinsiek veilige stroomkringen).
• Voor het geval „intrinsiekveilige tegen niet-intrinsiekveilig" levert dit een
isolatiespanningswaarde op van minimaal 1500 V (in het andere geval de dubbele
waarde van nominale bedrijfsspanning plus 1000 V).
20
Klemmenkast
Serie 8150/1, Serie 8150/2
260616 / 815060300380
2020-05-08·BA00·III·nl·07

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

8150/2 series

Inhoudsopgave