Aanduiding
Monitor
Batterijniveau laag. Voltooi de
bewerking en schakel de camera
onmiddellijk uit.
Klok niet ingesteld
Geen geheugenkaart gepl.
Geheugenkaart is vergrendeld.
Zet de vergrendeling in de
schrijfstand.
Kan deze geheugenkaart niet
gebruiken. De kaart is mogelijk
beschadigd.
Plaats een andere kaart.
Deze kaart is niet geformatteerd.
Formatteer de kaart.
Kaart is vol
—
Zoeker
Beëindig het reinigen, zet de camera uit
—
en laad de accu op of vervang de accu.
s
Stel de cameraklok in.
(knippert)
S/s
Schakel de camera uit en controleer of de
(knippert)
kaart correct is geplaatst.
Geheugenkaart is vergrendeld (tegen
(
schrijven beveiligd). Schuif de schakelaar
(knippert)
van de schrijfbeveiliging naar de
"schrijven"-positie.
• Gebruik een goedgekeurde kaart.
• Formatteer de kaart. Als het probleem
zich blijft voordoen, is de kaart mogelijk
beschadigd. Neem contact op met een
door Nikon geautoriseerde
(/k
servicevertegenwoordiger.
(knippert)
• Fout bij het aanmaken van een nieuwe
map. Wis bestanden of plaats een
nieuwe geheugenkaart.
• Plaats een nieuwe geheugenkaart.
T
Formatteer de kaart of schakel de camera
uit en plaats een nieuwe geheugenkaart.
(knippert)
• Verlaag beeldkwaliteit of -formaat.
j/A/s
• Wis foto's.
(knippert)
• Plaats een nieuwe geheugenkaart.
Camera kan niet scherpstellen met
●
autofocus. Verander de compositie of stel
(knippert)
handmatig scherp.
Oplossing
91