AUDIO (alleen E233WMi)
Hiermee wordt het volume van de luidsprekers of de koptelefoon bepaald.
Selecteer het audiopictogram en raak de knop "INPUT/RESET" (Invoer/reset) aan om de luidspreker(s) te dempen.
BRIGHTNESS (HELDERHEID)
Hiermee stelt u de algemene helderheid van het beeld en de achtergrond op het scherm in.
Raak de knop "INPUT/RESET" aan om de ECO MODE (Ecomodus) te openen.
ECO MODE OFF: stelt de helderheid in tussen 0% en 100%.
ECO MODE1: stelt de helderheid in op 80%.
ECO MODE2: stelt de helderheid in op 40%.
CONTRAST
Hiermee stelt u de helderheid van het beeld ten opzichte van de achtergrond in.
U kunt de instelling van de DV MODE (DV-modus) wijzigen door het pictogram CONTRAST te selecteren en de DV
MODE (DV-modus) op OFF te zetten, en vervolgens de toets "INPUT/RESET" aan te raken.
DV MODE (DV-modus): de instelling die de helderheid aanpast door de zwarte gebieden van het scherm te
detecteren en te optimaliseren.
OPMERKING: "OFF" wordt gebruikt om te voldoen aan de TCO-certificering.
OPMERKING: CONTRAST en DV MODE (DV-modus) kunnen worden aangepast wanneer een andere instelling
dan L/B (Gedempt blauw licht) is geselecteerd voor COLOR CONTROL (Kleurenbeheer).
AUTO-CONTRAST (AUTOMATISCHE CONTRASTREGELING) (Aleen analoge ingang)
Hiermee wordt het weergegeven beeld voor niet-standaard beeldsignaal-inputs ingesteld.
AUTO ADJUST (AUTOMATISCHE AANPASSING) (Aleen analoge ingang)
Hiermee past u automatisch de instellingen voor beeldpositie, hoogte en fijnafstelling aan.
LEFT/RIGHT (LINKS/RECHTS) (Aleen analoge ingang)
Hiermee stelt u de horizontale positie van het beeld binnen het weergavegebied van het LCD in.
DOWN/UP (OMHOOG/OMLAAG) (Aleen analoge ingang)
Hiermee stelt u de verticale positie van het beeld binnen het weergavegebied van het LCD in.
H. SIZE (BREEDTE) (Aleen analoge ingang)
U past de breedte aan door de waarde van dit besturingselement te verhogen of te verlagen.
FINE (FIJNAFSTELLING) (Aleen analoge ingang)
U verbetert de scherpte, zuiverheid en stabiliteit van het beeld door de waarde van deze instelling te verhogen of te
verlagen.
COLOR CONTROL SYSTEMS (KLEURENBEHEERSYSTEMEN)
Kies de gewenste kleurinstelling uit zes vooraf ingestelde kleurensets (9300 / 7500 / sRGB / USER / NATIVE / L/B).
OPMERKING:
u kunt direct de modus LOW BLUE LIGHT (GEDEMPT BLAUW LICHT) instellen door de knop
SELECT (SELECTEREN) drie seconden lang ingedrukt te houden.
Om andere instellingen te wijzigen vanuit L/B-mods, raakt u de knop SELECT aan om het
schermmenu weer te geven en COLOR CONTROL (Kleurenbeheer) te openen.
Wanneer L/B is geselecteerd in Kleurenbeheer, zijn CONTRAST en DV MODE uitgeschakeld.
COLOR RED (KLEUR ROOD)
Meer of minder rood. De wijziging is zichtbaar op het scherm.
COLOR GREEN (KLEUR GROEN)
Meer of minder groen. De wijziging is zichtbaar op het scherm.
COLOR BLUE (KLEUR BLAUW)
Meer of minder blauw. De wijziging is zichtbaar op het scherm.
TOOL (GEREEDSCHAP)
Hiermee bereikt u het submenu. Zie pagina 14.
Nederlands-13