Het toevoegen van LUBExpert-metingen aan uw datastructuur gebeurt op dezelfde manier als voor
andere metingen. Het enige verschil is dat u bij een LUBExpert-meting slechts kunt kiezen uit twee
sensoren (LUBESense1 en TEMP2).
7.2.3. LUBExpert-sensoren toewijzen
Wanneer u de instructies voor het openen
van de LUBExpert Modus correct opvolgde, is
de lijst van beschikbare sensoren beperkt tot
twee (LUBESense1 en TEMP2). De andere
sensoren zijn nog steeds zichtbaar, maar niet
actief. Kies
LUBESense1
voor de creatie van
een ultrasoon meetknooppunt en
voor de creatie van een
temperatuurknooppunt.
Als u voor Dynamisch kiest bij een SDT270DU zal dit het toestel aanzetten om tegelijkertijd zowel
dynamische als statische gegevens te verzamelen.
TEMP2
Voor ultrasone metingen geeft UAS3 u de
keuze uit Statisch of Dynamisch en bij
temperatuurmetingen kunt u het
meetinterval en de emissiviteit instellen. Als
uw instrument alleen Statische
mogelijkheden heeft (LUBExpert, SDT270
SU), moet u Statisch kiezen. Als Dynamisch is
geselecteerd, zal uw instrument de meting
niet herkennen.
LUBExpert Bedieningshandleiding
21/57