Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Meetwaarden Opslaan, Oproepen En Verwijderen; Het Apparaat Reinigen En Bewaren; Technische Gegevens - Beurer BM 35 Gebruikshandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor BM 35:
Inhoudsopgave

Advertenties

6. Meetwaarden opslaan, oproepen en
verwijderen
• De resultaten van iedere succesvolle meting worden
samen met datum en tijd opgeslagen. Bij meer dan 60
meetgegevens gaan steeds de oudste meetgegevens
verloren.
• Selecteer met de toets "MEM" en daarna met de toets
"+" het gewenste gebruikergeheugen. Door nogmaals
op de toets "MEM" te drukken, wordt de gemiddelde
waarde van alle opgeslagen meetwaarden van dit gebrui-
kergeheugen weergegeven. Door nogmaals op de toets
"MEM" te drukken, wordt de gemiddelde waarde van de
laatste 7 dagen van de dagmeting weergegeven. (dag:
5.00 uur – 9.00 uur, weergave "A"). Door nogmaals op de
toets "MEM" te drukken, wordt de gemiddelde waarde
van de laatste 7 dagen van de nachtmeting weergege-
ven. (Nacht: 17.00 uur – 21.00 uur, weergave "P"). Door
nogmaals op de geheugentoets "MEM" te drukken, wor-
den steeds de laatste meetwaarden met datum en tijd
weergegeven.
• Om het geheugen te wissen, drukt u eerst op de toets
"MEM", In de display verschijnt nr. 1. Met de toets "+"
kunt u dan het gebruikergeheugen selecteren en met
"MEM" bevestigen. Druk nu tegelijkertijd 5 seconden op
de toetsen "+" en " ". (In de display verschijnt "CLA")
• Neem het hoofdstuk "Geheugen selecteren" in acht wan-
neer u het gebruikergeheugen wenst te wijzigen.

7. Het apparaat reinigen en bewaren

• Gebruik geen reinigings- of oplosmiddel.
• Het apparaat mag in geen geval onder water worden ge-
houden, omdat dan vloeistof binnen kan dringen en het
apparaat kan beschadigen.
• Als u het apparaat opslaat, mogen er geen zware voor-
werpen op het apparaat staan. Verwijder de batterijen uit
het apparaat. De manchetslang mag niet scherp geknikt
worden.
8. Foutmelding/Foutoplossing
Bij fouten verschijnt de foutmelding E_ in de display.
Foutmeldingen kunnen optreden, wanneer
1. de pompdruk hoger is dan 300 mmHg, E2,
2. de bloeddrukwaarde uitzonderlijk hoog of laag is, E3,
3. U tijdens het meten gesproken of bewogen heeft (naast
E3 wordt ook het hartritmesymbool op de display weer-
gegeven),
4. de manchetslang niet goed ingestoken is, E1,
5. het oppompen langer duurt dan 25 seconden. E1.
Als een foutbericht verschijnt, wacht u even en voert u een
nieuwe meting uit.

9. Technische gegevens

Modell-nr.
Meetmethode
Meetbereik
8
BM 35
Oscillometrische, niet-invasieve
bloeddrukmeting aan de bovenarm
Systolisch: 40 – 280 mmHg,
Diastolisch: 40 – 280 mmHg,
Pols: 40 – 199 slagen/minuut

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave