Waar u op moet letten bij het maken van opnamen
Als u de sluiterknop tot halverwege indrukt.
Druk de sluiterknop zachtjes in om het scherpstellen en het opladen van
de batterij voor de flitser te bevestigen. Druk de sluiterknop volledig in om
de foto te maken.
[Zachtjes op de
sluiterknop drukken]
De beschikbare geheugencapaciteit kan variëren al naar gelang de
opnameomstandigheden en camerainstellingen.
Als de flitser is uitgeschakeld of de modus Langzame synchronisatie is
ingeschakeld bij weinig licht, wordt mogelijk de waarschuwingsindicator voor
het trillen van de camera (
) weergegeven op het LCD-scherm. Gebruik in
dat geval een statief, ondersteun de camera op een stabiele ondergrond, of
schakel over naar de modus flitsopname.
Tegen het licht in opnamen maken: Neem a.u.b. geen foto's recht in de zon.
Zorg dat de lens of de flitser niet worden geblokkeerd tijdens het nemen van
een foto.
Stel de opname samen met behulp van het LCD scherm.
[24]
[Druk op de
sluiterknop]
Als u dit toch doet, wordt de foto zwart.
Als u een opname wilt maken tegen
de zon in, gebruikt u de instelling
[TEGENLICHT] in de scènemodus
(zie pagina 22), aanvullende flitser (zie
pagina 30), spotmeting (zie pagina 43),
of belichtingscorrectie (zie pagina 46).
Onder bepaalde omstandigheden bestaat de kans dat het systeem voor
scherpteregeling niet werkt zoals verwacht.
- Als u een onderwerp fotografeert dat weinig contrast heeft.
- Als het onderwerp zeer reflecterend of glanzend is.
- Als het onderwerp erg snel beweegt.
- Als er een sterk reflecterend licht is, of als de achtergrond zeer helder
is.
- Bij een onderwerp met alleen horizontale lijnen of een heel smal
onderwerp (zoals een stok of een vlaggenmast).
- Als de omgeving donker is.