13.2 Extern beschikbare opvoerhoogte
Bij de installatie van het toestel dient m.b.t. de pompen op
twee zaken gelet te worden:
1. De boilerpomp moet altijd op maximaal te staan.
(als er geen schakelaar op zit staat hij maximaal)
2. De cv-pomp moet de weerstand van de aangesloten
cv-installatie kunnen overwinnen en bij het werkpunt
van die weerstand dient de stroming voldoende te
blijven.
Werkpunt, opvoerhoogte en weerstand
Het werkpunt van een installatie is het punt waar de totale
weerstand van het toestel en de installatie in evenwicht is
met de opbrengst van de pomp. Dit werkpunt wordt
gekenmerkt door een bepaalde volumestroom en een
druk. Deze druk is het drukverlies van het totale systeem.
Het werkpunt ligt op de lijn in de pompkarakteristiek.
Er dient i.v.m. deze volumestroom op twee zaken gelet te
worden:
1. De weerstand van de cv-installatie mag niet te groot
worden, omdat de doorstroming dan te beperkt wordt
Het temperatuurverschil over de wisselaar moet 22
kunnen zijn (voor max. vemogen bij 80/60
Als de weerstand van de cv-installatie klein is, kan de
pomp 1 of 2 standen terug worden gezet.
2. De volumestroom dient minimaal 200l/h te zijn.
Bij een cv-installatie met alleen thermostatische
radiatorkranen dient daarom een bypass geïnstalleerd
te worden die hiervoor zorgt.
De externe beschikbare opvoerhoogte
Figuur 13.2
38
Uitleg van de grafiek
In de grafiek wordt de extern beschikbare pompopvoer-
hoogte weergegeven. Dit is dus geen grafiek met de
pompopvoerhoogte van de pomp alleen. De weerstand
van het toestel is van de pompopvoerhoogte afgetrokken
en wat overblijft is de externbeschikbare pompopvoer-
hoogte, ook wel genoemd:
-
pomp-opvoerhoogte min de weerstand toestel
(cv-zijdig).
-
maximaal toelaatbare weerstand van het aangesloten
cv-systeem.
-
restopvoerhoogte.
o
C
o
C).
127A
135A