13. WERKING EN TECHNISCHE GEGEVENS
13.1 Werking van het toestel
Figuur 13.1
Het principeschema van de ECONPACT 127/135A
Werking voor de cv-installatie
Aansturing
Als de kamerthermostaat warmtevraag creëert, zal het
toestel ontsteken. Als het toestel in de wachttijd staat (na
cv- of boilervraag) of als het functioneert voor
boilerverwarming, zal het pas ontsteken als deze condities
zijn opgeheven. Op het display is bij cv-werking een -c- te
zien.
Waterstroom
Als de cv-pomp (32) in werking is, stroomt het opge-
warmde cv-water uit de wisselaar (161) via de cv-aanvoer-
leiding (10) naar de cv-installatie en door de retourleiding
(11) weer terug. Als de cv-pomp in werking is, zal de
terugslagklep (179) in de boileraanvoerleiding (209) zich
sluiten, zodat er geen water door het boilercircuit kan
lopen.
36
5.
Gesloten ruimte
6.
Bedieningspaneel
7.
Gastoevoer
10.
Aanvoer-cv
11.
Retour-cv
14.
Overstortventiel cv-zijdig
16.
Ventilator
19.
Verbrandingskamer
29.
Toesteluitgang verbrandingsgassen
32.
Toestel cv-pomp
34.
Temperatuursensor (cv-aanvoer)
35.
Luchtafscheider
36.
Automatische vlotterontluchter
44.
Gasblok
49.
Maximaalthermostaat
68.
Elektrakast
82.
Ionisatie-elektrode
83.
Branderautomaat
101.
Print
114.
Watergebrekschakelaar
130.
Boilerpomp
145.
Manometer
161.
Condenserende warmtewisselaar cv
179.
Terugslagklep (voor de cv en de boiler)
186.
Temperatuursensor (cv-retour)
188.
Gloeiontsteker
193.
Sifon
196.
Condensopvangbak
198.
Siliconen-slang (voor pneumatisch signaal)
199.
Afdichtdop
201.
Mengkamer
202.
Transformator 230V/24V
204.
Pc-aansluiting
207.
Toestelconnector
209.
Boiler-aanvoer
210.
Boiler-retour
Werking voor de boiler
Voorkeursregeling bij de boiler
Warmtevraag van de boiler heeft altijd voorrang op de
werking voor de cv-installatie. Als het toestel de cv-
installatie aan het verwarmen is, zal er bij boilervraag
direct worden overgeschakeld op boilerverwarming.
Op het display is bij werking voor de boiler een -b- te zien.
Aansturing
Als de boilersensor (of boilerthermostaat) heeft waargeno-
men dat de boilertemperatuur onder de ingestelde
waarde is gedaald, zal het toestel de boiler weer gaan
verwarmen. Deze daling kan het gevolg zijn van het tappen
van warm water of het afkoelen van de boiler.
Waterstroom
Voor het opwarmen van de boiler wordt de boilerpomp
(130) aangestuurd. Als deze pomp in werking is, zal het
warme cv-water via de boileraanvoerleiding (209) naar de
boiler stromen. Hierbij wordt de terugslagklep (179) in de
cv-aanvoerleiding (10) gesloten. Het water verwarmt de
indirect gestookte boiler en via de boiler-retourleiding
(210) komt het afgekoelde water weer terug. Als er geen
boiler wordt aangesloten, moeten de leidingen 209 en 210
afgedopt worden.