Bep. groep gebruikers
— om oproepen te beperken tot oproepen naar en van een
bepaalde groep personen (netwerkdienst).
Beveiligingsniveau
>
Telefoon
— als de beveiligingscode moet worden gevraagd
wanneer er een nieuwe SIM-kaart in de telefoon wordt geplaatst. Als u
Geheugen
selecteert, wordt de beveiligingscode gevraagd wanneer het SIM-kaartgeheugen
is geselecteerd en u het gebruikte geheugen wilt wijzigen.
Toegangscodes
— als u de beveiligingscode, de PIN-code, de UPIN-code, de PIN2-
code of het blokkeerwachtwoord wilt wijzigen.
Code gebruiken
— om in te stellen of de PIN-code of de UPIN-code actief moet
zijn.
Autorisatiecertificaten
of
Gebruikerscertificaten
— om de lijst met
autorisatiecertificaten of gebruikerscertificaten te bekijken die naar de telefoon is
gedownload. Zie
Certificaten
op pagina 126.
Inst. beveiligingsmodule
— als u de
Geg. beveiligingsmodule
wilt bekijken,
activeert u
Verzoek PIN voor module
of wijzigt u de module-PIN en de
ondertekenings-PIN. Zie ook
Toegangscodes
op pagina 18.
■ Fabrieksinstellingen herstellen
Als u bepaalde menu-instellingen op de oorspronkelijke waarden wilt terugzetten,
selecteert u
Menu
>
Instellingen
>
Fabrieksinst.
terugz.. Voer de beveiligingscode
in. De gegevens die u hebt ingevoerd of gedownload, zoals namen en
telefoonnummers die zijn opgeslagen in
Contacten
worden niet verwijderd.
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
98