Inhoudsopgave
Advertenties
verbranding zo klein mogelijk te houden, de stimuleringselektrodes van de ToFscan niet tussen
het chirurgieblok en de retourelektrode in plaatsen.
Het gelijktijdig aansluiten van een patiënt aan een HF-chirurgisch toestel kan verbranding
veroorzaken ter hoogte van de contactpunten van de elektrodes van de ToFscan, waardoor deze
beschadigd kunnen worden.
De ToFscan nooit tegelijkertijd met defibrillatoren gebruiken.
Zoals alle neurostimulatoren moet de ToFscan aangesloten worden op elektroden die een
elektrische stimulatie met een spanning tot 300 Volt bij een stroom van 60 mA kunnen
verdragen. Het contactoppervlak van de elektroden moet groter zijn dan 1,8 cm².
Het vermogen van de elektrische stimulatie brengt nociceptieve stimulatie teweeg waarvan de
intensiteit aangepast moet worden aan het analgetisch niveau van de patiënt.
De ToFscan mag niet gebruikt worden bij patiënten die een Pacemaker dragen zonder dat de
mogelijke gevolgen ervan gecontroleerd en geïdentificeerd zijn. De gebruiker moet tijdens de
ingreep voor dergelijke patiënten alle nodige geldende gebruiksmaatregelen treffen.
Nooit een ToFscan gebruiken in de buurt van korte golf en microgolf therapietoestellen.
Vóór gebruik controleren of er geen andere apparatuur, systemen of materiaal in contact staan
met de elektrodes.
De sensors en de elektrodes mogen uitsluitend op een gezonder hui aangebracht worden die
niet beschadigd of verwond is.
Vóór elk gebruik controleren of het beeldscherm en de bijbehorende kabels (elektrodes en
sensors) niet beschadigd zijn. Het apparaat nooit gebruiken indien er storingen of
beschadigingen gevonden worden.
Het apparaat en de onderdelen moeten voorzichtig behandeld en bediend worden om de kans
op vallen te voorkomen.
De ToFscan mag slechts gedurende een beperkte tijd en voor één patiënt tegelijkertijd gebruikt
worden. Het is verplicht om het apparaat tussen twee patiënten te reinigen.
De ToFscan kan gedeeltelijk of continu gebruikt worden tijdens de operatietijd. Het gebruik
ervan bij een patiënt mag niet langer zijn dan 24 uur.
Controleer nadat een van de sensoren in contact is gebracht met de patiënt, regelmatig,
minimaal elke 2 à 3 uur, of deze sensor geen overmatige druk of belasting met zich mee brengt
bij het contact met de huid van de patiënt. Verplaats de locatie van de sensor als het uiterlijk
van de huid verandert.
Om elektromagnetische storing te voorkomen moet de ToFscan op een minimale afstand van
30 cm opgesteld worden van apparaten die radiogolven doorgeven.
Het gebruik van de ToFscan in de directe omgeving van of bovenop andere apparaten moet
vermeden worden om slechte functionering of storingen te voorkomen. Indien deze situatie
niet vermeden kan worden, moet de goede functionering van de verschillende apparaten voor
gebruik gecontroleerd worden.
Het
gebruik
van
accessoires,
kabels,
convertoren
of
andere
onderdelen
dan
de
onderdelen die de fabrikant van de ToFscan bepaald heeft, kan leiden tot wijziging van de
elektromagnetische straling die het apparaat afgeeft en tot de elektromagnetische immuniteit
ervan. Deze wijzigingen kunnen leiden tot slecht of verkeerd gebruik van het apparaat.
Gebruikershandleiding ToFscan
7
Advertenties
Inhoudsopgave
