Als de "Duim"-sensor niet goed kan worden aangepast aan de hand, kan hij worden
vastgezet met een hechtpleister om in de ideale positie te worden gehouden. De gebruiker kan de
drie laatste vingers vastzetten met een hechtpleister om de bewegingsamplitude van de duim te
verbeteren en een nauwkeurigere meting te verkrijgen tijdens het monitoren van de duim.
Controleer voor de duimsensor of het spalkgedeelte van de sensor of de ring die de
wijsvinger omsluit geen overmatige druk of belasting veroorzaken, in dat geval kan een positionering
met hechtpleister (zie afbeelding "positionering met hechtpleister") worden aangebracht.
Nadat de sensor een bepaalde tijd is gebruikt, kan een lichte markering of roodverkleuring
van de huid zich voordoen op de plek van contact met de sensor. Deze markering of roodheid komt
door de aanwezigheid van de sensor in contact met de huid. Dit moet beperkt blijven, onbeduidend
van aard zijn en mag niet lijken op een verwonding.
Huidimpedantie
De ToFscan is een elektrische stimulator op gelijkstroom. Zo stimuleert hij de patiënt met
een gelijke stroom onafhankelijk van de huidimpedantie. Deze werking is mogelijk als de spanning
lager is dan 300 V. Door deze limiet moet u een goede huidimpedantie verkrijgen.
Om bijvoorbeeld een stroom van 60 mA te verkrijgen door een weerstand, moet de
maximale impedantie gelijk zijn aan 5 kOhm. De huidimpedantie is complexer dan een
eenvoudige weerstand en de ToFscan helpt u bij het verkrijgen van een goede impedantie met
gekleurde elektrodensymbolen.
Alleen met het groene symbool kan de ToFscan worden gebruikt onder de juiste omstandigheden.
Met het gele symbool kan de intensiteit van de elektrische stimulatie zwakker zijn dan gewenst.
Wanneer dit symbool rood is, geeft de ToFscan geen elektrische stimulering af.
Opmerking:
Door de huid van de patiënt te reinigen voordat de elektrodes erop aangebracht worden,
kan de impedantie van de huid beduidend verlaagd worden. De gebruiker moet dus de huid van
de patiënt reinigen voordat hij de elektrodes aan gaat brengen. De kwaliteit en de conditie van de
elektrodes zijn van fundamenteel belang voor de waarde van de opgemeten impedantie.
Aansluiting van de kabel op de ToFscan
Nadat de elektrodes op de patiënt aangebracht zijn, moet de gebruiker ze via de
elektrodekabel op de ToFscan aansluiten. Voordat hij deze aansluit, moet hij controleren of de
ToFscan in de hoofdmenu stand staat en niet in een stimulatiefase is of op automatische stimulatie
geprogrammeerd staat.
De proximale elektrode (het dichtst bij het hart) wordt aan de positieve rode
elektrodeklem bevestigd. De distale elektrode (het verst van het hart verwijderd) wordt aan de
negatieve zwarte elektrodeklem bevestigd.
Nadat de kabel aan de elektrodes is bevestigd, verschijnt er op de ToFscan het symbool
"elektrode" in de kleur van het niveau van de opgemeten impedantie en tevens het icoontje van de
aansluiting van de sensor (groen indien deze er is en werkt).
Referentie of "REF"
Met de "REFERENTIE" functie kan de gebruiker de motorische reactie van de patiënt
meten, bij een elektrische stimulatie van het type TOF, wanneer de patiënt verdoofd maar nog niet
gecurariseerd is. Met deze meting kan de berekening van de verhouding van de amplitude van de
spierreactie van de patiënt met en zonder curare tijdens de volgende TOF stimulaties afgebeeld
worden.
Voor meer informatie over deze test kijkt u in de paragraaf "TOF", submenu "REFERENTIE".
III Gebruik van de ToFscan
Algemeen principe
Met de ToFscan kunnen 5 soorten elektrische stimulaties worden uitgevoerd. Bepaalde
functies kunnen geconfigureerd of geprogrammeerd worden door de gebruiker.
Alle standen kunnen geselecteerd worden door kort op de draaiknop te drukken. Zodra u
Gebruikershandleiding ToFscan
14