dan schakelt de thermostaat de warmtepomp uit en de extra
CV-ketel zorgt in het CV-bedrijf voor de vereiste energie.
7.2.12 Bivalentiepunt warm water instellen
Installateurniveau → Systeemconfig. → Systeem → Biva-
lentiep. WW
–
Bij lage buitentemperaturen ondersteunt een extra CV-
ketel de warmtepomp bij de opwekking van de vereiste
energie voor de warmwaterbereiding. Met deze functie
stelt u in onder welke buitentemperatuur de extra CV-
ketel vrijgegeven is.
Onafhankelijk van de aangebrachte instelling wordt de extra
CV-ketel voor de legionellabescherming geactiveerd.
7.2.13 CV-keteltype vastleggen
Installateurniveau → Systeemconfig. → Systeem → Type
extra CV-ket.
–
Als bij de functie Hybride manager de optie Trival.p.
gekozen is, dan kunt u de functie Type extra CV-ket.
gebruiken.
Met deze functie kiest u welke warmteopwekker, behalve de
warmtepomp, nog geïnstalleerd is.
Opdat de warmtepomp en de extra warmteopwekker effec-
tief en afgestemd kunnen werken, moet u de desbetreffende
warmteopwekker selecteren. Bij een foute instelling van de
warmteopwekker kunnen verhoogde kosten voor de gebrui-
ker ontstaan.
7.2.14 Temperatuur noodbedrijf instellen
Installateurniveau → Systeemconfig. → Systeem → Temp.
noodbedrijf
–
Als een warmtepomp aangesloten is, dan kunt u de func-
tie Temp. noodbedrijf gebruiken.
Bij uitval van de warmtepomp wekt de extra CV-ketel de
vereiste energie op. Om hoge verwarmingskosten door de
extra CV-ketel te vermijden, stelt u de aanvoertemperatuur
laag in.
De gebruiker merkt een warmteverlies en herkent dat er een
probleem aan de warmtepomp is. Bovendien verschijnt op
het display een foutmelding van de warmtepomp en de ge-
bruiker kan selecteren welk circuit de extra CV-ketel onder-
steunt. Als de gebruiker de extra CV-ketel voor de opwek-
king van de vereiste energie vrijgeeft, zet de thermostaat de
ingestelde temperatuur voor het noodbedrijf buiten werking.
7.2.15 Componenten door het energiebedrijf
deactiveren
Installateurniveau → Systeemconfig. → Systeem → Ener-
giebed. gedeac.
–
Met deze functie kan de energieleverancier een deactive-
ringssignaal versturen.
Het deactiveringssignaal heeft betrekking op de warmte-
pomp, de extra CV-ketel en de verwarmings- en koelfuncties
van de installatie. U kunt vastleggen welke componenten en
functies de thermostaat deactiveert. De vastgelegde compo-
nenten en functies zijn gedeactiveerd tot de energieleveran-
cier het deactiveringssignaal terugneemt.
De warmteopwekker negeert het deactiveringssignaal, zodra
de warmteopwekker zich in de vorstbeveiliging bevindt.
0020257160_00 MiPro v5 Installatiehandleiding
Bedienings- en weergavefuncties 7
7.2.16 Soort ondersteuning extra CV-ketel kiezen
Installateurniveau → Systeemconfig. → Systeem → Extra
CV-ket. voor
–
Met deze functie kunt u vastleggen, of de extra CV-ketel
de warmtepomp bij warm water, verwarmen of helemaal
niet moet ondersteunen.
–
WW: ondersteunt de warmtepomp bij de warmwaterbe-
reiding
Voor de vorstbeveiliging of het ontdooien van de warmte-
pomp wordt de extra CV-ketel geactiveerd.
–
Verw.: ondersteunt de warmtepomp bij het verwarmen
Voor de legionellabescherming wordt de extra CV-ketel
geactiveerd.
–
WW+vw: ondersteunt de warmtepomp bij de warmwater-
bereiding en bij het verwarmen
–
inactief: geen ondersteuning van de warmtepomp
Voor de legionellabescherming, vorstbeveiliging of het
ontdooien wordt de extra CV-ketel geactiveerd.
Bij inactieve extra CV-ketel kan het systeem niet voor het
comfort zorgen.
7.2.17 Temperatuur Koelen starten instellen
Installateurniveau → Systeemconfig. → Systeem → BT
koelen starten
–
Met deze functie kunt u de koelstarttemperatuur instellen.
Als de buitentemperatuur hoger is dan de ingestelde
koelstarttemperatuur, dan is de koelmodus mogelijk.
Koelen mogelijk activeren (→ Pagina 15)
7.2.18 Systeem aanvoertemperatuur aflezen
Installateurniveau → Systeemconfig. → Systeem → Syst.
aanvoertemp.
Installateurniveau → Systeemconfig. → CV-CIRC1 → Syst.
aanvoertemp.
–
Met deze functie kunt u de actuele temperatuur, zoals
van de open verdeler, aflezen.
7.2.19 Configuratie systeemschema
Een systeemschema met bijbehorend bedradingsschema
vormt de basis voor elke CV-installatie.
Als u geen passend systeemschema in het bijgeleverde
boek met systeemschema's vindt, dan kunt u het passende
systeemschema en het passende bedradingsschema via de
Bulex internetpagina's downloaden.
7.2.20 Systeemschema vastleggen
Installateurniveau → Systeemconfig. → Systeem → Sys-
teemschema
–
Met deze functie legt u het systeemschema in de thermo-
staat vast.
Het gekozen systeemschema moet bij de ingebouwde CV-
installatie passen. In het boek met systeemschema's vindt
u de mogelijke systeemschema's met een systeemschema-
nummer. Het systeemschema-nummer moet u in de thermo-
staat invoeren.
Instelwaarden voor systeemschema, RED‑3 en RED‑5 (→
bijlage B)
9