7 Bedienings- en weergavefuncties
–
Als een warmtepomp aangesloten is, dan kunt u de func-
tie Multifunct. ing. gebruiken. Daarvoor vraagt de ther-
mostaat de ingang van de warmtepomp op.
Ingang bij de Genia Air is: ME
Als op de ingang van de warmtepomp een signaal aanwezig
is, dan zijn de volgende functies mogelijk.
n.gebr.: de thermostaat activeert geen functies. De thermo-
staat negeert het aanwezige signaal.
1xcirc.: de gebruiker heeft op de toets voor de circulatie
gedrukt. De thermostaat stuurt de circulatiepomp voor een
korte periode aan.
PV: de aangesloten fotovoltaïsche installatie genereert over-
tollige stroom, die voor de CV-installatie gebruikt moet wor-
den. De thermostaat activeert het laden van het buffervat in
het CV-circuit. Daarbij wordt het buffervat met de aanvoer-
temperatuur en een offset, zie Offset voor buffervat instellen
(→ Pagina 11) zolang geladen, tot het signaal op de ingang
van de warmtepomp weer daalt.
7.6
Warmwatercircuit
7.6.1
Boiler instellen
Installateurniveau → Systeemconfig. → Warmwatercircuit
→ Boiler
–
Met deze functie kunt u een boiler voor het warmwatercir-
cuit activeren of deactiveren.
Als een boiler aan de CV-installatie aangesloten is, moet de
installatie altijd op actief ingesteld zijn.
7.6.2
Modus voor warmwatercircuit instellen
Installateurniveau → Systeemconfig. → Warmwatercircuit
→ Modus WW → uit
Installateurniveau → Systeemconfig. → Warmwatercircuit
→ Modus WW → Auto
Installateurniveau → Systeemconfig. → Warmwatercircuit
→ Modus WW → Dag
–
Met deze functie kunt u de modus voor het warmwatercir-
cuit instellen.
De uitvoerige functiebeschrijving voor de functie Modus
vindt u in de gebruiksaanwijzing van de thermostaat.
7.6.3
Gewenste boilertemperatuur instellen
(warm water)
Installateurniveau → Systeemconfig. → Warmwatercircuit
→ Warm water
–
Met deze functie kunt u de gewenste temperatuur (Warm
water) voor een aangesloten warmwaterboiler vastleg-
gen. Stel aan de thermostaat de gewenste temperatuur
zo in dat de warmtebehoefte van de exploitant net gedekt
wordt.
12
7.6.3.1 Preventie tegen legionellabacteriën in acht
nemen
▶
Neem de geldende aanwijzingen m.b.t. de preventie te-
gen legionellabacteriën in acht
7.6.4
Werkelijke temperatuur van de boiler
aflezen
Installateurniveau → Systeemconfig. → Warmwatercircuit
→ Werk. boilertemp.
–
Met deze functie kunt u de gemeten boilertemperatuur
aflezen.
7.6.5
Status van de boilerlaadpomp aflezen
Installateurniveau → Systeemconfig. → Warmwatercircuit
→ Boilerlaadpomp
–
Met deze functie kunt u de status van de boilerlaadpomp
(aan, uit) aflezen.
7.6.6
Gewenste aanvoertemperatuur van het
warmwatercircuit aflezen
Installateurniveau → Systeemconfig. → Warmwatercircuit
→ Gew. aanvoertemp.
–
Met deze functie kunt u de gewenste aanvoertempera-
tuur van warmwatercircuit aflezen.
7.6.7
Status van de circulatiepomp aflezen
Installateurniveau → Systeemconfig. → Warmwatercircuit
→ Circulatiepomp
–
Met deze functie kunt u de status van de circulatiepomp
(aan, uit) aflezen.
7.7
Buffervat
7.7.1
Boilertemperatuur boven in de buffertank
aflezen
Installateurniveau → Systeemconfig. → Buffertank → Boi-
lertemp. boven
–
Met deze functie kunt u de werkelijke temperatuur in het
bovenste gedeelte van de buffertank aflezen.
7.7.2
Boilertemperatuur beneden in de buffertank
aflezen
Installateurniveau → Systeemconfig. → Buffertank → Boi-
lertemp. onder
–
Met deze functie kunt u de werkelijke temperatuur in het
onderste gedeelte van de buffertank aflezen.
Installatiehandleiding MiPro v5 0020257160_00