7.2.30 Offset voor buffertank instellen
Installateurniveau → Systeemconfig. → Systeem → PV
buffer. offset
–
Als een warmtepomp aangesloten is, dan kunt u met
deze functie een offsetwaarde ( K) voor de buffertank van
de CV-circuits instellen.
Het buffervat wordt met de aanvoertemperatuur+ingestelde
offsetwaarde geladen, als bij de functie Multifunct. ing. de
optie PV geactiveerd is.
7.2.31 Aansturingsvolgorde van de cascade
activeren
Installateurniveau → Systeemconfig. → Systeem → Aan-
stuuromkeer
–
Als het systeem een cascade bevat, dan kunt u de func-
tie aansturingsomkering gebruiken.
–
uit: de thermostaat stuurt de warmteopwekkers altijd in
de volgorde 1, 2, 3, ... aan.
–
aan: de functie dient om de warmteopwekkers gelijkma-
tig te gebruiken. De thermostaat sorteert de warmteop-
wekkers een keer per dag volgens de aansturingstijd. De
bijstookverwarming is van de sortering uitgesloten.
7.2.32 Aansturingsvolgorde van de cascade
aflezen
Installateurniveau → Systeemconfig. → Systeem → Aan-
stuurvolgorde
–
Met deze functie kunt u aflezen in welke volgorde de
thermostaat de warmteopwekkers aanstuurt. De bijstook-
verwarming is niet betroffen van de volgorde van de aan-
sturing en wordt daarom niet weergegeven.
7.3
Configuratie van de RED‑3 adressen
7.3.1
In- en uitgangen van de RED-3 configureren
Installateurniveau → Systeemconfig. → Config.RED-3,
adr.1 → Configuratie
–
Met deze functie configureert u, welke in- en uitgangen
u kunt gebruiken en welke functies de in- en uitgangen
hebben.
Elke configuratie heeft een eenduidige instelwaarde die u in
de functie Configuratie moet invoeren. De instelwaarde en
de klemmenbezetting bij het geselecteerde systeemschema
kunt u in het boek met systeemschema's Configuratie sys-
teemschema (→ Pagina 9) terugvinden.
Aansluiting van de actoren en sensoren op RED‑3
(→ Pagina 27)
7.3.2
Multifunctionele uitgang van de RED‑3
configureren
Installateurniveau → Systeemconfig. → Config.RED-3,
adr.1 → RED-3 multif. uitg.
–
Met deze functie kunt u instellen, met welke functionaliteit
de multifunctionele uitgang bezet moet worden.
Aansluiting van de actoren en sensoren op RED‑3
(→ Pagina 27)
De functie RED-3 multif. uitg. verschijnt niet op het display,
als door de systeemconfiguratie de functionaliteit van de
multifunctionele uitgang is vastgelegd.
0020257160_00 MiPro v5 Installatiehandleiding
Bedienings- en weergavefuncties 7
7.4
Configuratie van de RED‑5-adressen
7.4.1
In- en uitgangen van de RED-5 configureren
Installateurniveau → Systeemconfig. → Config.RED-5 →
Configuratie
–
Met deze functie configureert u, welke in- en uitgangen
u kunt gebruiken en welke functies de in- en uitgangen
hebben.
Elke configuratie heeft een eenduidige instelwaarde die u in
de functie Configuratie moet invoeren. De instelwaarde en
de klemmenbezetting bij het geselecteerde systeemschema
kunt u in het boek met systeemschema's Configuratie sys-
teemschema (→ Pagina 9) terugvinden.
Aansluiting van de sensoren aan RED‑5 (→ Pagina 27)
Aansluiting van de actoren aan RED‑5 (→ Pagina 27)
7.4.2
Multifunctionele uitgang van de RED‑5
configureren
Installateurniveau → Systeemconfig. → Config.RED-5 →
Configuratie
–
Met deze functie kunt u instellen, met welke functionaliteit
de multifunctionele uitgang bezet moet worden.
Aansluiting van de sensoren aan RED‑5 (→ Pagina 27)
Aansluiting van de actoren aan RED‑5 (→ Pagina 27)
Als u bij de RED‑5 de configuratie 3 (Configuratie) ingesteld
hebt, dan mag u TV-reg. niet instellen.
De functie RED-5 multif. uitg. verschijnt niet op het display,
als door de systeemconfiguratie de functionaliteit van de
multifunctionele uitgang is vastgelegd.
7.5
Extra module
7.5.1
Multifunctionele uitgang configureren
Installateurniveau → Systeemconfig. → Extra module →
Multifunc. uitg. 2
–
U kunt de multifunctionele uitgang 2 gebruiken om de
circulatiepomp, de ontvochtiger of de legionellabescher-
mingspomp aan te sturen.
Afhankelijk van het vastgelegde systeemschema is de multi-
functionele uitgang 2 met een enkele functie opgegeven of u
kunt een functie uit een selectie van twee of drie functies in-
stellen.
7.5.2
Uitgangsvermogen van de extra CV-ketel
instellen
Installateurniveau → Systeemconfig. → Extra module →
Uitg. extra verw.
–
Als u een Genia Air heeft aangesloten, dan kunt u deze
functie Uitg. extra verw. gebruiken. Met deze functie
stelt u de stand (max. uitgangsvermogen) in, waarmee
de extra CV-ketel bij een warmteaanvraag mag werken.
U kunt de extra CV-ketel in drie verschillende standen (uit-
gangsvermogens) gebruiken.
7.5.3
Multifunctionele ingang configureren
Installateurniveau → Systeemconfig. → Extra module →
Multifunct. ing.
11