7 Bedienings- en weergavefuncties
7.9.3
Zone toewijzen
Installateurniveau → Systeemconfig. → ZONE1 → Zone-
toewijzing
–
Met deze functie wijst u het toestel (thermostaat of af-
standsbediening) dat in de zone is geïnstalleerd, toe aan
de geselecteerde zone. De regeling gebruikt bovendien
de kamertemperatuursensor van het toegewezen toestel.
Als u een afstandsbediening toegewezen hebt, gebruikt de
afstandsbediening alle waarden van de toegewezen zone.
Als u geen zonetoewijzing uitvoert, dan is de functie Binnen-
compensatie buiten werking.
7.9.4
Kamertemperatuur aflezen
Installateurniveau → Systeemconfig. → ZONE1 → Kamer-
temperatuur
–
Als de thermostaat aan een zone is toegewezen, dan
kunt u de actuele kamertemperatuur aflezen.
De thermostaat heeft een ingebouwde temperatuurvoeler die
de kamertemperatuur bepaalt.
7.9.5
Status van de zoneklep aflezen
Installateurniveau → Systeemconfig. → ZONE1 → Status
zoneklep
–
Met deze functie kunt u de actuele status van de zone-
klep (open, dicht) aflezen.
7.9.6
Nachttemperatuur instellen
Installateurniveau → Systeemconfig. → ZONE1 → Nacht-
temperatuur
–
Met deze functie kunt u de gewenste nachttemperatuur
van de zone instellen.
De nachttemperatuur is de temperatuur waarop de verwar-
ming in tijden van geringe warmtebehoefte (bijv. 's nachts)
verlaagd moet worden.
7.10
Warmteopwekker 1, Warmtepomp 1 resp.
Extra module WP
7.10.1 Status aflezen
Installateurniveau → Systeemconfig. → Warmteopwekker
1 → act. aanvoertemp.
Installateurniveau → Systeemconfig. → Warmtepomp 1 →
act. aanvoertemp.
Installateurniveau → Systeemconfig. → Extra module WP
→ act. aanvoertemp.
–
Met deze functie kunt u aflezen, welke behoefte de ther-
mostaat aan de warmteopwekker, de warmtepomp of de
extra module van de warmtepomp meldt.
standby: de thermostaat meldt geen energiebehoefte.
Verw.b.: de thermostaat meldt een energiebehoefte voor de
CV-functie.
Koelen: de thermostaat meldt een energiebehoefte voor het
koelbedrijf.
Warmw.: de thermostaat meldt een energiebehoefte voor de
warmwaterbereiding.
16
7.10.2 Aanvoertemperatuur aflezen
Installateurniveau → Systeemconfig. → Warmteopwekker
1 → Status
Installateurniveau → Systeemconfig. → Extra module WP
→ Status
Installateurniveau → Systeemconfig. → Warmteopwekker
1 → act. aanvoertemp.
–
Met deze functie kunt u de werkelijke aanvoertempera-
tuur van de warmteopwekker, de warmtepomp of van de
extra module van de warmtepomp aflezen.
7.11
Zonnecircuit
7.11.1 Collectortemperatuur aflezen
Installateurniveau → Systeemconfig. → Zonnecircuit →
Collectortemp.
–
Met deze functie kunt u de actuele temperatuur aan de
collectortemperatuurvoeler aflezen.
7.11.2 Status van de zonnepomp aflezen
Installateurniveau → Systeemconfig. → Zonnecircuit →
Status zonnepomp
–
Met deze functie kunt u de actuele status van de zonne-
pomp (aan, uit) aflezen.
7.11.3 Looptijd van de zonnepomp aflezen
Installateurniveau → Systeemconfig. → Zonnecircuit →
Looptijd zonnepomp
–
Met deze functie kunt u de gemeten bedrijfsuren van de
zonnepomp sinds de ingebruikneming of sinds de laatste
reset aflezen.
7.11.4 Looptijd van de zonnepomp resetten
Installateurniveau → Systeemconfig. → Zonnecircuit →
Looptijd resetten
–
Met deze functie kunt u de opgetelde bedrijfsuren van de
zonnepomp op nul zetten.
7.11.5 Waarde van de zonneopbrengstvoeler
aflezen
Installateurniveau → Systeemconfig. → Zonnecircuit →
Zonneopbr.voeler
–
Met deze functie kunt u de actuele waarde van de zonne-
opbrengstvoeler aflezen.
7.11.6 Doorstromingshoeveelheid zonnecircuit
instellen
Installateurniveau → Systeemconfig. → Zonnecircuit →
Doorstr. zon.-ener.
–
In deze functie voert u de waarde van de volumestroom
in. Deze waarde dient voor de berekening van de zonne-
opbrengst.
Als in het systeem een GHS 70 geïnstalleerd is, dan levert
GHS 70 de waarde van de volumestroom. De thermostaat
negeert de ingevoerde waarde in deze functie.
Installatiehandleiding MiPro v5 0020257160_00