❏ Als u een tonercartridge van een koude in een warme ruimte brengt, moet u ten minste één uur wachten
voor u de cartridge gebruikt om schade door condensatie te voorkomen.
❏ Zorg ervoor dat tonercartridges bij het verwijderen niet aan zonlicht worden blootgesteld en voorkom dat
ze meer dan vijf minuten aan kunstlicht worden blootgesteld. De tonercartridge bevat een lichtgevoelige
rol. Als u de rol blootstelt aan licht, kunnen er donkere of lichte vlekken ontstaan op de afdrukken. Ook
slijt de rol dan sneller. Wanneer u de tonercartridge voor langere tijd uit de printer verwijdert, kunt u deze
het beste afdekken met een ondoorschijnende doek.
❏ Pas op voor krassen aan het oppervlak van de rol. Plaats de tonercartridge altijd op een schone en vlakke
ondergrond wanneer u deze uit de printer neemt. Raak de rol niet aan; huidvetten kunnen het oppervlak
definitief beschadigen en de afdrukkwaliteit nadelig beïnvloeden.
❏ Voor een optimale afdrukkwaliteit kunt u de tonercartridges beter niet bewaren in ruimten met direct
zonlicht, stof, zilte lucht of bijtende gassen (bijvoorbeeld ammoniakgas). Vermijd ruimtes die
onderhevig zijn aan plotselinge schommelingen in temperatuur en vochtigheid.
❏ Bewaar de verbruiksmaterialen buiten het bereik van kinderen.
❏ Laat vastgelopen papier niet in de printer zitten. Hierdoor kan de printer oververhit raken.
❏ Gebruik geen stopcontacten waarop andere apparaten zijn aangesloten.
Belangrijke veiligheidsvoorschriften
Voordat u de printer in gebruik neemt moet u alle onderstaande instructies goed lezen.
Plaats en voeding voor de printer kiezen
❏ Plaats de printer in de buurt van een stopcontact, zodat u de stekker makkelijk in het stopcontact kunt
steken en ook weer makkelijk kunt verwijderen.
❏ Zet de printer niet op een onstabiele ondergrond.
❏ Plaats de printer zodanig dat niemand op het netsnoer kan gaan staan.
❏ De openingen in de behuizing dienen voor ventilatie. U mag deze openingen niet afdekken. Zet de printer
niet op een bed, bank, tapijt of soortgelijke ondergrond. Zet de printer ook nooit in een kleine, afgesloten
ruimte, tenzij er voldoende ventilatie rond de printer is.
❏ Alle interfaceconnectors van deze printer zijn onbeperkte stroombronnen (Non-LPS).
❏ Sluit alle apparaten aan op een goed geaard stopcontact. Gebruik geen stopcontact in dezelfde groep als
een kopieerapparaat of een airconditioning (apparaten die regelmatig worden in- en uitgeschakeld).
❏ Sluit de printer aan op een stopcontact dat voldoet aan de stroomvereisten voor deze printer. De
stroomvereisten van de printer staan op een etiket aan de achterzijde van de printer. Neem contact op met
het energiebedrijf of met uw leverancier als u vragen hebt over de specificaties voor de netvoeding.
AcuLaser M4000 Series
Veiligheidsvoorschriften
Gebruikershandleiding
15