Bluetooth
Bluetooth
De handset kan via Bluetooth™ draadloos communiceren met andere toestellen die ook over
deze techniek beschikken, bijv. voor het uitwisselen van contactpersonen.
Bluetooth is ingeschakeld en de apparaten zijn bij de handset aangemeld.
De volgende apparaten kunnen worden aangesloten:
•
een Bluetooth-headset
De headset beschikt over het headset- of het handsfree-profiel. Als beide profie-
len beschikbaar zijn, wordt het handsfree-profiel voor de communicatie gebruikt.
Het kan tot 5 seconden duren tot de verbinding tot stand wordt gebracht, zowel bij het
beantwoorden van oproepen op de headset en doorverbinden naar de headset als bij het
kiezen vanuit de headset.
•
Tot 5 data-apparaten (PC's, PDA's of mobiele telefoons) voor de overdracht van contactper-
sonen als vCard of voor het uitwisselen van gegevens met de PC.
Om de telefoonnummers te kunnen gebruiken, moeten voorkiesnummers (land- en regio-
nummers) in het toestel zijn opgeslagen.
Bediening van de Bluetooth-toestellen
Bluetooth-mode inschakelen/uitschakelen
¤
. . . met
Wijzigen (
= ingeschakeld)
Als het regionummer nog niet opgeslagen is : . . . met
In de ruststand wordt de ingeschakelde Bluetooth-modus op de handset aangegeven met het
symbool
.
Bluetooth-toestellen aanmelden
De afstand tussen de handset in de Bluetooth-mode en het ingeschakelde Bluetooth-toestel
(headset of datatoestel) mag max. 10 m bedragen.
Door een headset aan te melden, wordt een al aangemelde headset overschreven.
Als u een headset wilt aanmelden die al bij een ander toestel is aangemeld, moet u
deze verbinding eerst verbreken.
¤
. . . met
zoeken
OK . . . het zoeken wordt gestart (kan tot 30 seconden in beslag nemen) . . . de
52
Gebruiksaanwijzingen van de toestellen
Bluetooth selecteren OK
Bluetooth selecteren
Inschakelen
regionummer invoeren
OK
Headset zoeken / Toestel
OK