Onderhoud
D D e e d d e e n n s s i i t t e e i i t t a a a a n n p p a a s s s s e e n n
Met de functie Densiteit aanpassen regelt u hoeveel toner er voor het afdrukken wordt gebruikt. U
kunt de densiteit aanpassen naar lichter om toner te besparen, of aanpassen naar zwaarder om
de afdrukken beter zichtbaar (vet) te maken. Met een positieve aanpassing worden de afdrukken
donkerder, en met een negatieve aanpassing worden de afdrukken lichter. U kunt de densiteit ook
aanpassen als compensatie voor verschillende papiersoorten en diktes.
De densiteit aanpassen:
1. Druk op het bedieningspaneel van de printer op de toets Home.
2. Raak Apparaat→Ondersteuning→Densiteit aanpassen→Densiteitsniveau.
3. Verplaats de schuifbalk om het densiteitsniveau aan te passen.
4. Raak OK aan om uw instelling op te slaan.
5. Druk op de toets Home om terug te keren naar het beginscherm.
S S c c a a n n k k l l e e u u r r c c o o n n s s i i s s t t e e n n t t i i e e
Gebruik de procedure voor Scankleurconsistentie voor het aanpassen van gescande kleuren die
incorrect lijken, of voor samengestelde grijstinten die er neutraal uitzien. Met deze procedure
wordt een kalibratietabel afgedrukt, die u in de automatische documentinvoer plaatst. De printer
scant die pagina en gebruikt de gescande waarden om de aanpassingen uit te voeren.
De procedure voor scankleurconsistentie uitvoeren:
1. Druk op het bedieningspaneel van de printer op de toets Home.
2. Raak Apparaat→Ondersteuning→Scankleurconsistentie aan.
3. Als u de gewenste procedure wilt selecteren, raakt u Kalibratietype aan en selecteert u uw
procedure.
• Om de procedure voor scankleurconsistentie uit te voeren, raakt u Kalibratiekaart
afdrukken>Start aan.
Volg de instructies op het scherm, maar negeer de afgedrukte zwart/wit-kalibratiekaart.
Gebruik de kleurkalibratiekaart die bij de scanner is geleverd.
• Om de kleurscaninstellingen te herstellen naar de voorgaande instellingen, raakt u Vorige
instellingen herstellen aan. Volg de instructies op het scherm.
• Om de kleurscaninstellingen terug te zetten op de standaardfabriekswaarden, raakt u
Fabrieksinstellingen herstellen aan. Volg de instructies op het scherm.
4. Als u klaar bent, raakt u Sluiten aan.
5. Raak X aan om het menu te verlaten.
6. Als u klaar bent en naar het beginscherm wilt terugkeren, drukt u op de toets Home.
D D e e t t o o n n e e r r b b i i j j v v u u l l l l e e n n
Met Toner vernieuwen worden de tonerconcentratie en de ontwikkelaarspanningswaarden
opnieuw ingesteld. Als u documenten afdrukt met een grote of kleine tonerdekking, kunt u met
Toner vernieuwen de afdrukkwaliteit optimaliseren.
Opmerking:
U kunt deze procedure beter niet herhaaldelijk uitvoeren. Als u de procedure
veel uitvoert, wordt de toner sneller verbruikt.
De toner bijvullen:
1. Druk op het bedieningspaneel van de printer op de toets Home.
2. Raak Apparaat→Ondersteuning→Toner vernieuwen aan.
3. Raak Start aan om de toner bij te vullen.
190
Xerox
VersaLink
®
Handleiding voor de gebruiker
B605/B615 multifunctionele printer
®