Basisfuncties
)1
1
2
of
(1
1
2
of
Oproepen omleiden
Variabele oproepomleiding gebruiken
U kunt interne en/of externe oproepen direct omleiden naar verschillende inter-
ne of externe toestellen (bestemmingen). U kunt ook een externe bestemming
instellen, mits de systeemconfiguratie daarvoor geschikt is.
Als de functie Oproepomleiding is ingeschakeld, dan klinkt bij het opne-
men van de hoorn een speciale kiestoon.
Bij geactiveerde functie Inkomend DTMF-nakiezen (raadpleeg de service-
technicus) kunt u oproepen ook daarheen omleiden.
Bestemmingen: Fax = 870, DTMF-nakiezen = 871, fax-nakiezen = 872.
De telefoon bevindt zich in de ruststand
Functiecode invoeren.
3
of
Voer het gewenste omleidingstype in:
1=alle oproepen, 2=alleen ext. oproepen, 3=alleen int. oproepen
j
Telefoonnummer van de bestemming invoeren (externe bestemmingen met toe-
gangscode voor de netlijn).
Oproepomleiding uitschakelen
De telefoon bevindt zich in de ruststand
Functiecode invoeren.
Omleidingstoets
De servicetechnicus kan op uw OpenStage 10 T een functietoets met de functie
"Omleiding" instellen. Daarbij bestaat de mogelijkheid deze omleiding "onvolle-
dig" of "volledig" op te slaan.
Omleiding inschakelen
Voorwaarde: de servicetechnicus heeft de omleidingstoets "volledig" opgesla-
gen.
S
De toets "Omleiding" indrukken. De led brandt.
De vast opgeslagen omleiding is ingeschakeld.
of
Voorwaarde: de servicetechnicus heeft de omleidingstoets "onvolledig" opge-
slagen.
S
De toets "Omleiding" indrukken. De led brandt.
3
of
Voer het gewenste omleidingstype in:
1=alle oproepen, 2=alleen ext. oproepen, 3=alleen int. oproepen
j
Telefoonnummer van de bestemming invoeren (externe bestemmingen met toe-
gangscode voor de netlijn).
Oproepomleiding uitschakelen
R
De toets "Omleiding" indrukken. De led gaat uit.
Page 13.
Page 13.
19