Verwarmen zonder
ruimtethermostaat
De apparaten werken in continu bedrijf
zonder ruimtetemperatuurregeling.
1. De meegeleverde brugstekker
2 verbinden met de
thermostaatcontactdoos 1 op het
apparaat.
1
2
2. Bedrijfsschakelaar in
stand "I"
(verwarmen) zetten.
De luchttoevoerventilator start en de
branderautomaat start het apparaat,
na ca. 15 seconden.
AANWIJZING betreffende de
polariteit!
Als het apparaat tijdens de startfase
een storingsuitschakeling activeert,
moet eerst de polariteit van de
netaansluiting worden gecontroleerd,
door de voedingsstekker met 180° te
draaien.
Deze procedure moet
evt. bij een wijziging
van de locatie of een
nieuwe toewijzing van
de contactdoos worden
herhaald!
LET OP
Er moet voor worden gezorgd
dat de toevoerlucht vrij
aangezogen en de verwarmde
lucht ongehinderd uitgeblazen
kan worden.
De aanzuig- en uitblaasopening
van het apparaat mag niet
vernauwd worden of van slangen
of buizen worden voorzien.
Instelling en regeling van het
verwarmingsvermogen
Het gewenste of vereiste
verwarmingsvermogen kan traploos
worden ingesteld met de "Power-
regeling".
Linksom:
groter verwarmingsvermogen
Rechtsom:
kleiner verwarmingsvermogen
Het verwarmingsvermogen kan
ook tijdens bedrijf van het apparaat
traploos worden gewijzigd.
Veiligheidsafstanden
Om een veilig bedrijf van het
■
apparaat te waarborgen, moet
een veiligheidsafstand van 1 m
rondom het apparaat in acht
worden genomen
Er moet een minimale afstand
■
van 3 m tot de uitblaasopening
van het apparaat worden
aangehouden
LET OP
De vereiste veiligheidsafstanden tot
ontvlambare en brandgevaarlijke
materialen moeten beslist worden
aangehouden.
Vloer en plafond moeten
■
brandwerend zijn
LET OP
In het geval van een gaslek moet
het bedrijf van het apparaat
onmiddellijk worden gestopt.
Alle gasafsluiters moeten worden
gesloten en de apparaten moeten
van het elektriciteitsnet worden
losgekoppeld.
Verwarmen met
ruimtethermostaat
(Accessoires)
De apparaten werken volledig
automatisch en zijn afhankelijk van
de ruimtetemperatuur.
1. De brugstekker 2 loskoppelen.
2. De stekker 3 van de
kamerthermostaten 4 verbinden
met de thermostaatcontactdoos
1 van het apparaat.
1
3
3. De ruimtethermostaat 4 op
de juiste plaats in de ruimte
plaatsen.
De thermostaatvoeler
mag zich niet in directe
warmeluchtstroom bevinden
en mag ook niet direct op een
koude ondergrond worden
geplaatst.
4. Op de ruimtethermostaat 4 de
gewenste temperatuur instellen.
5. Bedrijfsschakelaar in
stand "I"
(verwarmen) zetten.
Bij warmtebehoefte en na een
korte brandervoorventilatie start
het apparaat en werkt vervolgens
volledig automatisch.
4
11