5. PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
5.1 Wat te doen als...
Probleem
Je kunt het apparaat niet inschake‐
len.
Je kunt het apparaat niet inschake‐
len.
Je kunt het apparaat niet inschake‐
len.
De lamp werkt niet.
Het helderheidsniveau of de licht‐
kleurtemperatuur is niet zoals be‐
schreven in de instructies.
Het apparaat absorbeert niet ge‐
noeg dampen.
Het indicatielampje
Het indicatielampje
drie keer snel en de AutoSense-
functie start niet.
Het indicatielampje
gedurende drie seconden snel en
de AutoSense-functie start niet.
Het indicatielampje van het filter‐
alarm
brandt samen met
.
Het indicatielampje van het filter‐
alarm
brandt samen met
Mogelijke oorzaak
Het apparaat is niet aange‐
sloten op een stroomvoorzie‐
ning of het is verkeerd aan‐
gesloten.
Gebrek aan elektrische voe‐
ding.
Kastdeuren zijn niet uitgelijnd
met het kastframe.
De lamp is defect.
Onjuiste instelling van Per‐
fect illumination.
De lamp is defect.
De motorsnelheid is niet vol‐
doende voor de optredende
dampen.
De interne sensor van de
pulseert.
functie staat in de zelfinstel‐
lende modus.
De functie is permanent ge‐
knippert
deactiveerd.
Er is een storing.
knippert
Het filteralarm is ingescha‐
keld. De vetfilter moet wor‐
of
den schoongemaakt of de
koolfilter (optioneel) moet
worden vervangen of gerei‐
nigd.
Het AutoSense-filteralarm is
ingeschakeld. Het filter moet
.
worden gereinigd.
Oplossing
Controleer of het apparaat goed is aange‐
sloten op de elektriciteitsvoorziening.
Controleer de zekering of de hoofdschake‐
laar. Als de zekering of de schakelaar het
circuit blijft onderbreken, neem dan contact
op met een gekwalificeerde elektricien.
Lijn de kastdeuren uit.
Vervang de lamp. Zie het hoofdstuk "Onder‐
houd en reiniging".
Druk op de toets
alle drie de kleurtemperaturen kunt wijzi‐
gen.
Neem contact op met een erkend service‐
centrum.
Wijzig de snelheid van de motor.
Raadpleeg AutoSense in het hoofdstuk 'Da‐
gelijks gebruik'.
Activeer de functie. Raadpleeg AutoSense
in het hoofdstuk 'Dagelijks gebruik'.
Neem contact op met een erkend service‐
centrum.
Raadpleeg in het hoofdstuk "Dagelijks ge‐
bruik" het gedeelte over "Filtermelding".
Raadpleeg de AutoSense-filtermelding in
het hoofdstuk 'Dagelijks gebruik'.
31
om te controleren of je