Storingsmelding display
ERR
F1 STORING
TOEVOERTEMP.
F2 STORING
KAMERTEMPERATUUR
F3 STORING
AFVOERTEMP.
F4 STORING
TOEVERTEMP.
F5 STORING
BUITENLUCHTTEMP.
F7 STORING
ANTIVORST
F8 STORING
VEILIGHEIDSTHER.
(alleen mogelijk bij EVM-inbouw)
F9 STORING
VENTILATOR TEMP
F10 STORING
VENTILATOR
F11 STORING
TEMP.ROTORMOTOR
F14 CONTACT
BRANDVEILIGHEID
F17 STORING
ONDERTEMP.TOEVOER
F18 STORING
OVERTEMP.TOEVOER.
F20 STORING
WARMTEWISSELAAR
GEEN VRIJGAVE
42
Aard van de storing en verhelpen van de storing.
ERROR
» De bedieningseenheid heeft geen ontvangst.
» Controleer de koppeling of vervang zo nodig de kabel.
Storing temperatuursensor toevoerlucht
» De temperatuursensor van de toevoerlucht is defect of de kabel is onderbroken.
» Vervang de defecte temperatuursensor of, indien nodig, de onderbroken leiding.
» Nadat de storing is verholpen, moet de storing met toets B (▲) bevestigd worden.
Storing kamertemperatuursensor
» De ruimtetemperatuursensor is defect.
» Vervangen van de bedieningseenheid.
» Nadat de storing is verholpen, moet de storing met toets B (▲) bevestigd worden.
Storing afvoertemperatuursensor
» De afvoertemperatuursensor is defect of de kabel is onderbroken.
» Vervang de defecte temperatuursensor of, indien nodig, de onderbroken leiding.
» Nadat de storing is verholpen, moet de storing met toets B (▲) bevestigd worden.
Storing uitlaatluchttemperatuursensor
» De uitlaatluchttemperatuursensor is defect of de kabel is onderbroken.
» Vervang de defecte temperatuursensor of, indien nodig, de onderbroken leiding.
» Nadat de storing is verholpen, moet de storing met toets B (▲) bevestigd worden.
Storing buitenluchttemperatuursensor
» De buitenluchttemperatuursensor is defect of de kabel is onderbroken.
» Vervang de defecte temperatuursensor of, indien nodig, de onderbroken leiding.
» Nadat de storing is verholpen, moet de storing met toets B (▲) bevestigd worden.
Storing vorstbeveiliging
» De luchttemperatuur is gedaald tot onder de op de vorstbeschermingsthermostaat ingestelde waarde.De venti-
latoren worden uitgeschakeld, de luchtkleppen gesloten, het verwarmingsventiel wordt helemaal geopend en de
circulatiepomp ingeschakeld.
» Controleer zekering F2.
» Nadat de storing is verholpen, moet de storing met toets B (▲) bevestigd worden.
Storing veiligheidsthermostaat – temperatuurcontrole verwarmingsregister
» Overschrijding van de temperatuur van de behuizing van 75 °C. De regelkring wordt onderbroken, de verwar-
ming wordt uitgeschakeld.
Mogelijke oorzaken: defecte toevoerklep, ventilator valt uit, ...
» Toevoerklep herstellen, zekeringen F2 controleren.
» Nadat de storing is verholpen, moet de resetknop van de veiligheidsthermostaat handmatig teruggezet worden
en op het bedieningspaneel moet de storing met de toets B (▲) bevestigd worden.
Storing thermisch contact van een ventilator.
» Het thermisch contact wordt verbroken, het toestel wordt uitgeschakeld. Mogelijke oorzaken: motor oververhit of
defect.
» De stroomvoorziening moet door de hoofdschakelaar gedurende min. 20 sec onderbroken worden. Controleer
zekering F2, vervang zo nodig de motor.
» Nadat de storing is verholpen, moet de storing met toets B (▲) bevestigd worden.
Storing ventilator
» Het meldrelais van een ventilator werd geactiveerd.
» Het toestel uitschakelen en ventilatoren en kabelverbindingen controleren, ev. defecte ventilator vervangen.
» Nadat de storing is verholpen, moet de storing met toets B (▲) bevestigd worden.
Storing rotormotor
» Foutmelding bij de regeling van de rotormotor.
» Toestel uitschakelen, rotatiewarmtewisselaar en rotormotor plus bedrading van de rotormotor controleren.
» Nadat de storing is verholpen, moet de storing met toets B (▲) bevestigd worden.
Brandveiligheidsmelding
» Het brandmeldcontact is geopend. De brandmelder is geactiveerd.
» Na het verhelpen van de brandmelding moet met toets B (▲) worden bevestigd dat de storing is verholpen.
Ondertemperatuur toevoerlucht
» De minimale vastgelegde toevoerluchttemperatuur (12°C) blijft langer dan 30 minuten onder het minimum.
» Nadat de storing is verholpen, moet de storing met toets B (▲) bevestigd worden.
Overtemperatuur toevoerlucht
» De maximale toevoertemperatuur van 80 °C werd langer dan 10 sec overschreden of er is sprake van een kabel-
breuk op de toevoerluchtsensor
» Schakel het apparaat uit en controleer de ventilatoren.
» Nadat de storing is verholpen, moet de storing met toets B (▲) bevestigd worden.
Storing rotatiewarmtewisselaar
» De rotatiewarmtewisselaar draait niet omwille van een defecte aandrijfriem, gebrekkige voorspanning, ...
» Vervangen van de defecte riem, de gebrekkige voorspaning herstellen.
» Nadat de storing is verholpen, moet de storing met toets B (▲) bevestigd worden.
Geen vrijgave
» Het vrijgavecontact is niet gesloten.
» Vrijgavecontact sluiten. Het toestel kan dan in gebruik genomen worden.
Tel. +49 7930 9211-0
Fax. +49 7930 9211-150
Nederlands