A
14
Let op een gescheiden installatie van kabels van verschillende spanning!
•
In de toevoerleiding moet een alpolig schakelende scheidingsvoorziening met min. 3 mm contactope-
•
ning worden aangebracht!
Voor elke kabel moet een gescheiden kabeldoorvoer gebruikt worden!
•
Niet gebruikte kabeldoorvoeren moeten luchtdicht afgesloten worden!
•
Alle kabeldoorvoeren moeten zijn voorzien van een trekontlasting!
•
Er moet een potentiaalvereffening tussen het toestel en het kanaalsysteem worden aangebracht!
•
Na de elektrische aansluiting moeten alle veiligheidsmaatregelen gecontroleerd worden (aardings-
•
weerstand enz.)!
Aansluitingsruimte / aansluitingen aan het toestel.
De aansluitingsruimte bevindt zich in het toestel. Allereerst moet u de afdekplaat van de klemdooskanaal (zie
afb.7) verwijderen. Elke aan te sluiten leiding moet door een aparte kabelinvoering geleid worden en in de, in
het middendek van het toestel voorziene kabelkanaal (zie afb. 7) gelegd worden. Er bestaat de mogelijkheid
de kabelinvoeringen of links of op het toestel te voorzien (zie art. 4.1.). Hiervoor moeten de meegeleverde
kabelinvoeringen, schroefverbindingen en afdekplaat gebruikt worden.
Leidingen, waardoor netspanning komt, moeten met de beschikbare trekontlastingen bevestigd worden.
Toevoerleiding van het toestel
De aansluitkabel moet worden aangesloten volgens het schakelschema. Voor het kalibreren van de leiding
moet rekening worden gehouden met het gegevensplaatje van het toestel en de desbetreffende richtlijnen.
Zorg voor een adequate afzekering.
Het leggen van de met een geringe spanning in beweging gezette stuurleidingen moet apart van de
netleidingen gebeuren.
A (1 : 5)
3
Afb. 8:
kabeldoorvoeringen
(4) kabeldoorvoering aansluiting op het
stroomnet
(5) Kabeldoorvoering sensoren /
actoren
(6) kabeldoorvoering bedieningspaneel
7.1. Beveiliging tegen overstroom
Het gebruik van het toestel is uitsluitend toegelaten met een reglementaire beveiliging tegen
•
overstroom.
Dit moet worden geconfigureerd door een elektromonteur.
•
De aanbevolen bescherming kan worden overgenomen uit het bijgevoegde schakelschema..
•
Tel. +49 7930 9211-0
Afb. 7:
aansluitingsruimte
(1) Regelprintplaat
(2) Scherm voor klemkast
(3) kabelgoot
1
2
4
Type
ROTO K 1700 H
ROTO K 2800 H
ROTO K 4200 H
ROTO K 7600 H
Fax. +49 7930 9211-150
Nederlands
5
6
Beveiliging
3 x 10 A
3 x 16 A
3 x 16 A
3 x 16 A