A
P25 TOEVOERFILTER
100 PA
B
A
P26 AFVOERFILTER
100 PA
B
A
P27
FILTER KALIBREREN
B
A
P30 NALOOPTIJD
5 MIN
B
Doorlopend 9 sec
ingedrukt houden
P1 MIN-WAARDE
16,0°
B
A
P2 MAX-WAARDE
24,0°
B
A
P3 VRIJGAVE
AUTOMATISCH
B
28
P 25 Toevoerfilter drukverlies
Instelling van het drukverlies bij de toevoerfilter tot de filter vervuild is resp. een vervuilingsgraad
van 100% is bereikt. De huidige vervuilingsgraad kan worden afgelezen op het statusscherm. De
fabrieksinstelling bedraagt 100 Pa.
Indien een ander filtertype gebruikt wordt, moeten de instellingen worden geoptimaliseerd.
P 26 Afvoerfilter drukverlies
Instelling van het drukverlies bij de toevoerfilter tot de filter vervuild is resp. tot een vervuilingsgraad
van 100% is bereikt. De huidige vervuilingsgraad kan worden afgelezen op het statusscherm. De
fabrieksinstelling bedraagt 100 Pa.
Indien een ander filtertype gebruikt wordt, moeten de instellingen worden geoptimaliseerd.
P 27 Filter kalibreren
Het kalibreren van het drukverlies bij een niet-vervuild filter.
De gekalibreerde waarde komt overeen met 0% vervuilingsgraad.
P27
Voor de filterijking moet de complete ventilatie-installatie voltooid en ingeregeld
KLAAR
zijn.
Door op toets B (▲) te drukken komt het apparaat automatisch terecht in de ijk-
modus. Op display knippert "FILTER IJKEN". Na voltooide ijking meldt de display
"GEREED".
P 30 nalooptijd
Onder deze parameter wordt de uitschakelvertraging van de ingang 'bewegingsmelder' ingesteld.
Het apparaat stelt zich in op de onder parameter 19 en 28 ingestelde waarde voor boostventilatie
voor de ingestelde tijd.
9.5. Menu Parameterniveau
Voor instelwaarden zie tabel onder 16.1. Parameterlijst.
In het menu verandert u de parameterinstellingen door het indrukken van de IN/UIT toets, die u ge-
durende ca. 9 seconden ingedrukt moet houden. De display verandert vervolgens in de aanduiding
„P 1 MIN-WAARDE". Met de toetsen A (▲ en ▼) op het bedieningspaneel kunnen de afzonderlijke
menupunten opgeroepen worden. Door de toetsen B (▲ en ▼) kunt u de waarde veranderen. Met
de „Modus-toets (M)" komt u weer terug bij de uitgangsfuncties.
P 1 Min. instelwaarde
Parameter P 1 geeft de minimaal instelbare temperatuur aan die u op het bedieningspaneel kunt
instellen. Er kunnen waarden tussen 16°C en 20°C worden gekozen. De fabrieksinstelling is vast-
gelegd op 16°C.
P 2 Max. instelwaarde
Parameter P 2 geeft de maximale gewenste temperatuur aan die u op het bedieningspaneel kunt
instellen. Er kunnen waarden tussen 20°C en 30°C worden gekozen. De fabrieksinstelling is vast-
gelegd op 22°C.
P 3 Vrijgave
In- en uitschakelen van het toestel met extern contact.
Het toestel moet via het bedieningspaneel ingeschakeld zijn.
P3 VRIJGAVE
Contact open! Het toestel is uitgeschakeld.
AUTOMATISCH
Contact gesloten! Het toestel is ingeschakeld / stand-by.
Het toestel kan alleen ingeschakeld worden als het contact gesloten is. Is het con-
P3 VRIJGAVE
tact open, dan verschijnt er op de display „NIET VRIJGEGEVEN". Het contact moet
BEVESTIGING
gesloten zijn en vervolgens moet met toets B (▲) de vrijgave bevestigd worden.
Als standaard fabrieksinstelling geldt AUTOMATISCH!
Tel. +49 7930 9211-0
Fax. +49 7930 9211-150
Nederlands