De vertraging voor uitschakelen na inactiviteit instellen en de printer zo configureren dat
deze maximaal 1 watt verbruikt
Gebruik de menu's op het bedieningspaneel om in te stellen hoe lang het duurt voordat de printer wordt
uitgeschakeld.
OPMERKING:
Voer de volgende stappen uit om de instellingen voor uitschakelvertraging te wijzigen:
1.
Veeg vanaf het beginscherm op het bedieningspaneel van de printer totdat het menu
weergegeven. Raak de knop
2.
Open de volgende menu's:
Systeeminstellingen
●
Energie-instellingen
●
Uitschakelen na
●
3.
Selecteer de tijd voor de uitschakelvertraging.
OPMERKING:
De instelling voor uitschakelvertraging configureren
Gebruik de menu's op het bedieningspaneel om te selecteren of de printer vertraagd wordt uitgeschakeld nadat
de aan-uitknop is ingedrukt.
Voer de volgende stappen uit om de instellingen voor uitschakelvertraging te wijzigen:
1.
Veeg vanaf het beginscherm op het bedieningspaneel van de printer totdat het menu
weergegeven. Raak de knop
2.
Open de volgende menu's:
Systeeminstellingen
●
Energy Settings (Energie-instellingen)
●
Uitschakelvertraging
●
3.
Selecteer een van de vertragingsopties:
Geen
●
ingesteld bij de instelling Automatisch uitschakelen na.
Bij poorten
●
poorten niet-actief zijn. Een actieve netwerk- of faxverbinding voorkomt dat de printer wordt
uitgeschakeld.
92
Hoofdstuk 8 De printer beheren
Nadat de printer is uitgeschakeld, neemt het stroomverbruik af tot 1 watt of minder.
Instellingen
De standaardwaarde is
Instellingen
vertraging: De printer wordt uitgeschakeld na een bepaalde periode van inactiviteit die is
actief: Als deze optie is geselecteerd, wordt de printer niet uitgeschakeld tenzij alle
aan om het menu te openen.
4
uur.
aan om het menu te openen.
Instellingen
wordt
Instellingen
wordt
NLWW