De installatie van DIMM-modules controleren
Controleer na het installeren van de DIMM-module of de installatie is gelukt.
1.
Schakel het apparaat in. Controleer of het lampje Klaar op het apparaat gaat branden na het
opstarten. Als er een foutbericht verschijnt, is een DIMM-module mogelijk niet op de juiste wijze
geïnstalleerd.
2.
Druk een configuratiepagina af.
3.
Controleer de sectie voor het geheugen op de configuratiepagina en vergelijk deze sectie met de
configuratiepagina die is afgedrukt voordat u het geheugen hebt geïnstalleerd. Als de hoeveelheid
geheugen niet groter is, is de DIMM-module mogelijk niet op de juiste wijze geïnstalleerd of is
deze defect. Herhaal de installatieprocedure. Installeer zo nodig een andere DIMM-module.
OPMERKING:
Geïnstall. personality's en opties op de configuratiepagina. Hier moet de nieuwe producttaal worden
vermeld.
Geheugen toewijzen
Functies of taken die u downloadt naar het apparaat, bevatten soms bronnen (bijvoorbeeld lettertypen,
macro's of patronen). Bronnen die intern als permanent worden aangegeven, blijven in het geheugen
van het apparaat totdat u het apparaat uitschakelt.
Volg de volgende richtlijnen als u gebruikmaakt van PDL (page description language) voor het
markeren van bronnen als permanent. Raadpleeg de PDL-naslaginformatie bij PCL of PS voor
technische gegevens.
Markeer bronnen alleen als permanent als deze per se in het geheugen moeten blijven zolang het
●
apparaat aan staat.
Verzend permanente bronnen alleen aan het begin van een afdruktaak naar het apparaat en niet
●
op het moment dat het apparaat bezig is met afdrukken.
OPMERKING:
terwijl dit aan het afdrukken is, kan de prestaties van apparaat of het afdrukken van complexe taken
nadelig beïnvloeden.
NLWW
Als u een producttaal (personality) hebt geïnstalleerd, controleert u het gedeelte
Overmatig gebruik van permanente bronnen of downloaden naar het apparaat
Geheugen-DIMM's installeren
133