C.
Draai de spanmoer verder of terug om de
lengte aan te passen.
D.
Monteer spanmoer op de veer met de
gaffelpen.
E.
Zet de tractiebediening in de stand A
F.
Meet de afstand van de pen op een van
de uiteinden van de tractiebedieningsveer
(Figuur
49); herhaal stap
deze afstand niet tussen 7,3 mm en 7,6 cm
ligt.
De bediening van de
messenkooi afstellen
Als de messenkooi niet naar behoren werkt, is
afstelling vereist.
1.
Zorg ervoor dat de messenkooibediening is
uitgeschakeld.
2.
Stel bij het schot van de transmissie de kabel
voor de messenkooibediening af
om een veerlengte van 70,6 tot 72,4 mm te
verkrijgen.
Figuur 50
1. Kabel van de bediening
van de messenkooi
3.
Zet bij het schot van de bedieningshendel de
kabel voor de messenkooibediening los tot er
speling op de kabel is
.
AN
A
tot en met
F
als
(Figuur
50)
g017020
2. Contramoeren
(Figuur
51).
1. Contramoeren
2. Kabel van tractiebediening
4.
Zet bij het schot van de bedieningshendel de
kabel voor de messenkooibediening voldoende
vast om de speling uit de kabel te halen zonder
de veer uit te rekken.
5.
Controleer de bediening als volgt:
•
Zorg ervoor dat de tanden van de
messenkooikoppeling loskomen wanneer u
de koppeling loslaat en dat de tanden van
de koppeling bij inschakeling niet helemaal
tot onderaan komen.
Opmerking:
(Figuur
47) uit de opening aan de voorkant
van de transmissie om toegang te krijgen tot
de messenkooikoppeling.
•
De stoptijd van de messenkooi moet minder
dan 7 seconden bedragen als de afstelling
tussen de messenkooi en het ondermes
teruggedraaid is.
•
Raadpleeg de Onderhoudshandleiding of
neem contact op met uw erkende Toro dealer
als u meer hulp nodig heeft.
37
Figuur 51
3. Kabel van de bediening
van de messenkooi
Verwijder de rubberen plug
g027790