Figuur 16
1. N
EUTRAALSTAND
2. Tractieaandrijving
in neutraalstand en
aandrijving messenkooi
uitgeschakeld
Wat de aandrijving van de messenkooi betreft, heeft
de hendel 2 standen: I
Beweeg de bovenkant van de hendel naar links en
voorwaarts om de messenkooi in te schakelen en
te beginnen maaien. Druk de hendel naar rechts
om de messenkooi uit te schakelen en vooruit te
blijven rijden, of trek de hendel terug om zowel de
messenkooi als de aandrijving uit te schakelen.
Opmerking:
Als u de dodemanshendel vrijstelt,
keert de hendel terug naar de neutraalstand. De
machine zal stoppen.
3. Tractieaandrijving –
ingeschakeld (transport)
4. Tractieaandrijving en
aandrijving messenkooi
ingeschakeld
en
NSCHAKELEN
UITSCHAKELEN
Bedrijfsrem
De bedrijfsrem
van de handgreep. Trek de hendel achteruit om de
bedrijfsrem in te schakelen. U dient de rem vrij te
zetten voordat u de tractieaandrijving inschakelt.
g000494
1. Vergrendeling parkeerrem
Vergrendeling parkeerrem
De vergrendeling van de parkeerrem
met de bedrijfsrem gebruikt. Terwijl de bedrijfsrem
ingeschakeld is, draait u de vergrendeling van de
.
parkeerrem naar de remgreep. Laat de bedrijfsrem
los tegen de hendel om de bedrijfsrem op zijn plaats te
houden. Trek aan de remhandgreep om vrij te zetten.
AAN-/UIT-schakelaar
De AAN-/UIT-schakelaar
bovenaan het bedieningspaneel. Zet de schakelaar
op AAN om de motor te starten en op UIT om de
motor af te zetten.
Dodemanshendel
De dodemanshendel
zijn voordat u de tractiehendel inschakelt. Als u de
dodemanshendel vrijzet tijdens bedrijf schakelt de
machine naar neutraal, maar de motor slaat niet af.
16
(Figuur
17) bevindt zich vooraan links
Figuur 17
2. Bedrijfsrem
(Figuur
(Figuur
14) bevindt zich
(Figuur
14) moet ingeschakeld
g016853
17) wordt