Onderhoud riemen
De drijfriem van de
messenkooi controleren
Onderhoudsinterval: Om de 1000 bedrijfsuren
1.
Zet de flensbout los waarmee de riemkap
bevestigd is en verwijder de riemkap zodat de
riem zichtbaar wordt
Figuur 45
1. Aandrijfriemkap
2.
Om de riemspanning af te stellen, gaat u als
volgt te werk:
A.
Draai de montagemoer van de
lagerbehuizing los
Figuur 46
1. Montagemoer van
lagerbehuizing
2. Drijfriem messenkooi
B.
Gebruik een sleutel van 16 mm om de
lagerbehuizing te draaien zodat deze vrij
kan bewegen.
C.
Verwijder vuil uit het riemcompartiment en
uit de buurt van de drukveer
(Figuur
45).
(Figuur
46).
3. Drukveer
(Figuur
46).
D.
Zorg ervoor dat de drukveer de juiste druk
uitoefent op de riem.
E.
Draai de montagemoer van de
lagerbehuizing vast.
F.
Plaats de aandrijfriemkap terug.
Controleer de
messenkooikoppeling
Verwijder de rubberen plug
opening aan de voorkant van de transmissie om
de messenkooikoppeling te controleren tijdens het
afstellen.
Belangrijk:
Plaats de plug terug als u klaar
bent om te voorkomen dat er vuil en stof in de
koppeling terechtkomt.
g018273
1. Rubberen plug van
opening
g017116
35
(Figuur
47) uit de
Figuur 47
2. As voor in-/uitschakeling
g016949