Het beeld is onstabiel, onscherp of er zijn golven op het scherm
•
De signaalkabel moet goed en volledig zijn aangesloten op de poort van de computer.
•
Controleer of de monitor en videokaart met elkaar compatibel zijn en aan de aanbevolen signaaltimings beantwoorden.
•
Als uw tekst als een reeks betekenisloze tekens verschijnt, stelt u de beeldmodus in op non-interlaced en gebruikt u een
beeldverversingsfrequentie van 60 Hz.
•
Als het beeld in de resolutie 3840 x 2160 ruis bevat, instabiel is of er geen video is, wijzig DP EDID SOUND SELECT
(DP EDID-geluid selecteren) dan in het OSD-menu Advanced (Geavanceerd) Label8 of DISPLAYPORT in het OSD-
menu Advanced (Geavanceerd) Label9.
Het lampje van de monitor brandt niet (geen groene of gele kleur zichtbaar)
•
De aan/uit-schakelaar moet zijn ingeschakeld en de voedingskabel moet zijn aangesloten.
•
Verhoog de helderheidsinstelling van de LED.
Het beeld is minder helder
•
Controleer of ECO MODE (Eco-modus) en AUTO BRIGHTNESS (Automatische helderheid) zijn uitgeschakeld.
•
Als de helderheid varieert, dient u AUTO BRIGHTNESS (Automatische helderheid) uit te schakelen.
•
Stel PICTURE MODE (beeldmodus) in op HIGH BRIGHT (hoog helder). Zie pagina 19.
•
Een verminderde helderheid van het LCD-scherm kan worden veroorzaakt door langdurig gebruik of extreem koude
omstandigheden.
•
Als het scherm niet het gewenste niveau van helderheid kan behalen, zal de numerieke waarde in het schermmenu
knipperen.
•
Wanneer u een HDMI-ingang gebruikt, wijzigt u "VIDEO LEVEL" (Videoniveau).
Het weergegeven beeld heeft verkeerde afmetingen
•
Gebruik de OSD-besturingselementen van Image Adjust om de afmetingen van het beeld te wijzigen.
•
Controleer of op de videokaart of het systeem wel degelijk een ondersteunde modus is geselecteerd.
(Raadpleeg de documentatie bij de grafi sche kaart of het systeem als u de grafi sche modus wilt wijzigen.)
•
Wanneer u een HDMI-ingang gebruikt, wijzigt u "OVER SCAN" (Overscannen).
•
Wijzig de H.RESOLUTION (Horizontale resolutie) of V.RESOLUTION (Verticale resolutie) in het Tag5 geavanceerde
OSD-menu.
Geen beeld
•
Als er geen beeld op het scherm wordt weergegeven, zet u de monitor uit en weer aan.
•
Controleer of de computer niet in een energiebesparende stand staat (druk op een toets op het toetsenbord of verschuif
de muis even).
•
Bij sommige beeldschermkaarten wordt geen beeldsignaal uitgevoerd wanneer de monitor wordt uit-/ingeschakeld of
wanneer de voedingskabel wordt losgekoppeld/aangesloten bij DisplayPort in lage resolutie.
•
Wanneer u een HDMI-ingang gebruikt, wijzigt u "OVER SCAN" (Overscannen).
Geen geluid
•
Controleer of de geluidsdemping is ingeschakeld.
•
Controleer het volume in het OSD-menu.
Helderheid kan variëren met de tijd
•
Stel het AUTO BRIGHTNESS (Automatische helderheid) in op OFF en pas het niveau vervolgens aan.
OPMERKING: wanneer de AUTO BRIGHTNESS (Automatische helderheid) is ingeschakeld, past de monitor automatisch de
helderheid aan op dat van de omgeving.
Wanneer de helderheid van de omgeving verandert, verandert de monitor ook.
Zelfdiagnose
•
Het LCD-display is uitgerust met de mogelijkheid zelf afwijkingen te diagnosticeren. Wanneer de LCD een probleem
waarneemt, knippert de LED aan de voorkant in een patroon van lange en korte fl itsen, afhankelijk van het type
probleem dat wordt waargenomen.
•
Neem contact op met gekwalifi ceerd personeel als de LED een probleem aangeeft.
USB-hub werkt niet
•
Controleer of de USB-kabel goed is aangesloten. Raadpleeg de gebruikershandleiding bij uw USB-apparaat.
•
Controleer of een juiste upstream is geselecteerd bij het instellen van USB-hub (zie pagina 16).
•
Koppel een upstream USB-kabel los als u 2 upstream-aansluitingen gebruikt.
•
Schakel het apparaat uit en weer in.
Geen beeld bij instelling met OPTION
•
Indien de helft van het beeldscherm geen beeld geeft, controleert u de instelling van SLOT2 CH SETTING (zie pagina 26)
en de dipschakelaar van de HDMI- en DisplayPort-invoerkaart (zie pagina 12). Beide instellingen dienen gelijk te zijn.
•
Afhankelijk van de door u gebruikte optionele kaart kunnen bepaalde combinaties van PBP-instellingen niet beschikbaar
zijn (zie pagina 16).
•
Afhankelijk van de optionele kaart die u gebruikt is het menu OSD mogelijk niet beschikbaar.
Nederlands-32