De fotocamera gebruiken
Een foto maken
1
Activeer de camera.
2
Als de fotocamera niet is geselecteerd, tikt u op
3
Richt de camera op het onderwerp en druk de cameratoets half in om autofocus te
gebruiken.
4
Wanneer het focuskader groen is, drukt u de cameratoets volledig in. De foto wordt
automatisch op de geheugenkaart opgeslagen. De foto wordt weergegeven in de
controlemodus.
5
Als u nog een foto wilt maken, drukt u op de cameratoets.
De flitser voor de fotocamera gebruiken
1
Activeer de camera.
2
Als u de flitser automatisch wilt gebruiken bij slechte lichtomstandigheden, tikt u op
.
3
Als u de flitser wilt uitschakelen, ongeacht de lichtomstandigheden, tikt u op
4
Maak de foto.
Eerder gemaakte foto's weergeven
1
Tik links onder in de camerazoeker op de fotominiaturen.
2
Veeg naar links of rechts om te bladeren door de foto's en video's. Video's worden
aangeduid met
.
Een foto verwijderen
1
Tik op het scherm wanneer u een foto bekijkt en er geen besturingselementen
worden weergegeven.
2
Tik op
.
Een foto delen
1
Tik op het scherm wanneer u een foto bekijkt en er geen besturingselementen
worden weergegeven.
2
Tik op
.
3
Selecteer een van de beschikbare overdrachtsmethoden.
De geografische positie toevoegen aan uw foto's
Wanneer geotagging is ingeschakeld, wordt een benadering van de geografische locatie
toegevoegd aan foto's die u maakt. Deze informatie kan later worden gebruikt om de locatie
vast te stellen waarop de foto is gemaakt. Wanneer
wordt de geografische locatie toegevoegd aan de foto met behulp van GPS-technologie.
Wanneer
wordt weergegeven, wordt de geografische locatie aan de foto toegevoegd
met behulp van het draadloze netwerk. Wanneer geen van de twee symbolen wordt
weergegeven, is geotagging niet ingeschakeld.
De geografische locatie wordt bepaald met behulp van draadloze netwerken of GPS-
technologie. Als u GPS-technologie wilt gebruiken, moet u ervoor zorgen dat u de GPS-
ontvanger hebt ingeschakeld en een helder zicht op de hemel hebt. Als dit niet het geval is, wordt
het draadloze netwerk gebruikt om de locatie te bepalen.
Geotagging in- of uitschakelen
1
Sleep vanuit de Startpagina
2
Ga naar en tik op Instellingen > Sony Ericsson > Camera > Geolabels.
3
Tik op het selectievakje om geotagging in of uit te schakelen.
Foto's verbeteren met scènes
Voordat u een foto maakt, kunt u de camera instellen voor veelvoorkomende situaties met
vooraf geprogrammeerde scènes. Met de scènefunctie worden een aantal instellingen
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
.
in de zoeker wordt weergegeven,
omhoog.
71
.