Oververhittingsbeveiliging
Oververhitting van de inductiespoel
De inductiespoel van een kookzone
kan oververhit raken, wanneer
– de pan de warmte slecht geleidt.
– vet of olie op een hoge vermogens-
stand verhit wordt.
De oververhittingsbeveiliging leidt bij
de desbetreffende kookzone tot een
van de volgende reacties:
– Is bij de kookzone links achter de
boosterfunctie ingeschakeld, dan
wordt de boosterfunctie uitgezet.
– Is vermogensstand 9 ingesteld, dan
knipperen in het display afwisselend
een 9 en een 8. De vermogensstand
van de kookzone is verlaagd tot 8.
– De desbetreffende kookzone wordt
automatisch uitgeschakeld. In het bij-
behorende display verschijnt eerst
een 0 en vervolgens de restwarmte-
indicator.
Zodra de kookzone voldoende is afge-
koeld, kunt u deze gewoon weer in ge-
bruik nemen.
Voorkom dat de oververhittingsbeveili-
ging opnieuw geactiveerd wordt door:
– pannen te gebruiken die de warmte
beter geleiden.
– vet of olie op een lagere vermogens-
stand te verhitten.
Bediening
23