De verspreiding van het vocht in de grond na besproeiing of neerslag vindt
plaats met een bepaalde traagheid. In het ongunstigste geval kan het
gebeuren dat een besproeiing en een regenbui zolang samenvallen totdat
de gewenste vochtigheid van de grond is bereikt.
5. ONDERHOUD
Sensorpunt reinigen / vervangen [ afb. M1 ]:
Wanneer de sensor wordt verplaatst, moet de sensorpunt worden
gereinigd / vervangen. Het vilt van de punt mag niet in aanraking komen
met vet / olie.
v Reinig de sensorpunt
(9)
met schoon water.
6. OPBERGEN
Buitenbedrijfstelling:
Het product moet voor kinderen ontoegankelijk worden bewaard.
1. Verwijder de batterijen om deze te ontzien (zie 3. INGEBRUIKNAME).
2. Berg de sensor op een droge, dichte en vorstvrije plaats op.
Afvoeren:
(conform RL2012/19/EU / S.I. 2013 No. 3113)
Het product mag niet met het normale huishoudelijke afval worden
afgevoerd. Het moet volgens de geldende lokale milieuvoorschriften
worden afgevoerd.
34
GAR_01867-20.960.04_2024-02-28.indb 34
GAR_01867-20.960.04_2024-02-28.indb 34
Wanneer het vilt van de sensorpunt beschadigd is, kan deze via de GARDENA
servicedienst worden besteld.
(9)
v Draai de sensorpunt
eraf en draai de nieuwe sensorpunt erop.
Sensor reinigen:
Er mogen geen bijtende of schurende schoonmaakmiddelen worden gebruikt.
v Reinig de sensor met een vochtige doek (gebruik geen oplosmiddelen).
BELANGRIJK!
v Voer het product via uw plaatselijke recyclingverzamelpunt af.
Batterijen afvoeren:
De batterijen mogen alleen worden afgevoerd wanneer ze ontladen zijn.
BELANGRIJK!
v Voer de batterijen af via uw plaatselijke recyclepunt.
28.02.24 11:17
28.02.24 11:17