Inhoudsopgave
Advertenties
XCell® LS-controller
Alarm/
vergrendeling
Onvoldoende
druktoevoer
Onvoldoende
vacuümtoevoer
A2B-flowsensor
voor retentaat
communiceert niet
A2B-flowsensor
voor retentaat niet
bijgewerkt
Druksensor P2 niet
aangesloten of
defect
Permeaat-
druksensor P3 niet
aangesloten of
defect
Document Number:UG-5817
Revision: 1
Effective Date: 7/15/2024
Legacy Document #: UG-5021 (ENGLISH)
Oorzaak
Druktoevoer is niet
toereikend.
Vacuümtoevoer is niet
toereikend.
Een van de A2B-
flowsensoren
communiceert niet,
meestal als gevolg van een
losgekoppelde kabel.
Alle flowsensoren
communiceren goed, maar
een of meer van de A2B-
flowsensoren zijn
60 seconden of langer niet
bijgewerkt (d.w.z. niet
aangesloten op de A2B-
leiding), of als er een
afwijking van ±15% tussen
de twee A2B-flowsensoren
is in dual A2B-modus.
Analoge ingang van
membraandruksensor (P2)
is buiten bereik (0 - 10 V) of
is losgekoppeld van de PLC.
De permeaatdruksensor
(P3) communiceert niet
met de PLC wanneer deze is
geconfigureerd voor
aanwezigheid.
Pagina 64 van 77
Systeemrespons
Het systeem blijft draaien
op het huidige instelpunt
zonder
terugkoppelingswijziging
in de drukcurve.
Het systeem pauzeert
voor ATF 6 en ATF 10. De
ATF 4 blijft draaien. In
zeldzame gevallen kan dit
duiden op een
verontreiniging van de
drukregelklep (PCV).
Als het systeem niet in
bedrijf is, kan het proces
niet worden gestart. Als
het systeem in bedrijf is
wanneer dit alarm
optreedt, blijft het
systeem draaien op het
huidige instelpunt zonder
terugkoppelingswijziging
in de drukcurve.
Als het systeem niet in
bedrijf is, kan het proces
niet worden gestart. Als
het systeem in bedrijf is
wanneer dit alarm
optreedt, blijft het
systeem draaien op het
huidige instelpunt zonder
terugkoppelingswijziging
in de drukcurve.
Alleen een melding.
Alleen een melding.
Gebruikershandleiding
Gebruikerrespons
Controleer of de
voorzieningen voor druk
en flow voldoen aan de
vereisten voor druk en
flow in bijlage A. Zie
paragraaf 14.3.1 voor het
oplossen van problemen.
Controleer of de
voorzieningen voor
vacuüm voldoen aan de
vereisten voor druk en
flow in bijlage A. Zie
paragraaf 14.3.1 voor het
oplossen van problemen.
Controleer de XCell-
flowsensorkabels.
Als alleen FS-10L draait,
controleert u of 'ATF10
2nd FS' niet is
geselecteerd op het ATF-
configuratiescherm.
Controleer of de
flowsensor goed op de
retentaatleiding past en
op de juiste plaats zit. Zie
paragraaf 14.3.2 voor het
oplossen van problemen.
Neem contact op met
Repligen.
Controleer de
permeaatdrukkabel. Als
de permeaatdruksensor
niet in gebruik is, schakelt
u deze uit in de
configuratie.
Advertenties
Inhoudsopgave
