XCell® LS-controller
14.5 Te veel luchtbellen in de A2B-slang
Om grote luchtbellen tijdens de run te verwijderen, kan het XCell ATF®-apparaat iets worden
verlaagd en de ATF-flow gedurende enkele minuten worden verhoogd, waarna de waarden weer op
hun basisniveau worden ingesteld. U kunt grote luchtbellen voorkomen door de dompelbuis of het
ingangspunt voor de A2B-leiding zo ver mogelijk van de beluchter vandaan te plaatsen. Kleine
luchtbellen hebben geen invloed op de prestaties van de sensor of controller, zelfs niet als er veel
zijn.
14.6 Permeaatflow te laag of te verwaarlozen
Als u de permeaatpomp voor het eerst start, moet u de pomp tijd geven om het voorvullen te
voltooien (d.w.z. om vloeistof door de dode ruimte in de filtermodule en naar de permeaatzijde te
trekken). Als de celconcentratie laag is, kunt u de permeaatpomp 10x verhogen om het
voorvulproces te versnellen. Tijdens een run controleert u het P3-drukprofiel en inspecteert u het
filter op verstopping.
14.7 A2B-flowsensoren communiceren niet
Controleer of de kabels goed zijn aangesloten.
14.8 Alarm voor verplaatsingsvolume actief
Dit kan gebeuren wanneer het systeem opstart en er een verschil is tussen de geconfigureerde
filtergrootte en de verwachte waarde van het verplaatsingsvolume. Om dit probleem op te lossen,
gaat u naar de pagina Instellingen, waar de standaardwaarden worden weergegeven. Hier wijzigt u
een van de verwachte verplaatsingsvolumes. Bijvoorbeeld: stel de waarde van het
verplaatsingsvolume voor ATF 4 in op 410 in plaats van op 411. U kunt het probleem ook oplossen
door op de knop 'Standaardwaarden herstellen' te drukken.
14.9 Verplaatsingsvolume te laag
Het verplaatsingsvolume varieert enigszins (tot 10%) van de verwachte waarde voordat de controller
actie onderneemt. Als de waarde lager ligt en buiten het bereik valt, maar de ATF-flow naar behoren
werkt, is er iets fout en moet u contact opnemen met Repligen.
14.10
Dit kan komen doordat de PCV-opgedragen waarde (PCVcmd) niet nauwkeurig P2 volgt, wat
betekent dat de klep niet correct reageert op de regeluitgang. Er kan stof in de klep zitten, waardoor
deze blijft hangen of schokkerig reageert. Onderhoud aan de apparatuur is vereist.
14.11
onregelmatig
Dit is tijdens het opstarten te verwachten. Wanneer de controller voor het eerst opstart, wordt er
een initialisatieroutine uitgevoerd, waarbij er perioden van geen flow en perioden van
onregelmatige flow zijn. Hierdoor worden de optimale instellingen voor uw configuratie bepaald.
Document Number:UG-5817
Revision: 1
Effective Date: 7/15/2024
Legacy Document #: UG-5021 (ENGLISH)
Flowregeling verliest nauwkeurigheid
Flowregeling is gedurende de eerste paar minuten
Pagina 57 van 77
Gebruikershandleiding