XCell® LS-controller
Als u de controllermodellen D-P gebruikt, maar slechts een single apparaat wilt gebruiken,
klikt u op de knop NEVER (nooit) voor het andere apparaat. De afbeelding van het apparaat
verdwijnt van de interface.
4. Kies het onderdeelnummer van uw filter in de vervolgkeuzelijst.
5. Als u de P3-sensor niet in uw installatie gebruikt, moet u deze uitschakelen om ongewenste
alarmen te voorkomen.
Nu kan het systeem de juiste instellingen voor de fysieke kenmerken van het gekozen filter weergeven
(afbeelding 29, grijs), wat cruciaal is voor scale-up berekeningen.
Opmerking: Schakel het selectievakje P3 uit als deze niet wordt gebruikt, om alarmen te
voorkomen als gevolg van gebrek aan communicatie met de P3-sensor.
Op het bioreactorconfiguratiescherm kan het controllersysteem worden geconfigureerd.
11.5.3 De bioreactorconfiguratie instellen
1. Klik op de knop Instellingen.
2. Klik op de knop bioreactorconfiguratie. Het bioreactorconfiguratiescherm gaat open
(afbeelding 29).
3. Klik op de afbeelding die overeenkomt met de opstelling van de apparatuur. Een controller
van het model S toont alleen de optie voor de single bioreactorconfiguratie. De dual
bioreactorconfiguraties zijn alleen beschikbaar met controllers van het model D-P.
Document Number:UG-5817
Revision: 1
Effective Date: 7/15/2024
Legacy Document #: UG-5021 (ENGLISH)
Afbeelding 29. Het bioreactorconfiguratiescherm
Pagina 39 van 77
Gebruikershandleiding