4. DAGELIJKS GEBRUIK
4.1 Het plaatsen van de
deurschappen
Om het bewaren van voedsel te
vergemakkelijken, kunnen de deurrekken op
verschillende hoogtes worden geplaatst. Trek
het schap omhoog om deze te verplaatsen.
4.2 Verplaatsbare legrekken
De wanden van de koelkast zijn voorzien van
geleiders. U kunt de positie van de planken
wijzigen.
Verplaats de glazen plaat boven de
groentelade niet, om de juiste
luchtcirculatie te garanderen.
4.3 Groentelades
In het onderste deel van het apparaat
bevinden zich speciale lades die geschikt zijn
voor de opslag van groenten en fruit.
4.4 Temperatuurindicator
Er is een temperatuurindicator op de zijwand
van het apparaat. Het symbool geeft het
koudste gedeelte van de koelkast aan.
Als OK wordt weergegeven(A), plaatst u vers
voedsel in een gebied dat wordt aangegeven
door het symbool . Zo niet (B), wacht dan ten
minste 12 u en controleer opnieuw.
Als het nog steeds niet OK (B) is, stel dan
een koudere temperatuur in.
OK
A
OK
B
4.5 Ventilator
De koelruimte is voorzien van een ventilator
die snelle koeling van voedsel mogelijk maakt
en zorgt voor een gelijkmatige temperatuur in
het vak.
De ventilator wordt automatisch geactiveerd
wanneer dat nodig is.
De ventilator werkt alleen als de deur
gesloten is.
Verwijder het deksel van de ventilator
niet.
NEDERLANDS
9