Afbeeldingen bewerken
Afbeeldingen bewerken en leuke effecten toepassen.
Effecten toepassen
1. Selecteer in de menustand Afbeelding
bewerken.
2. Selecteer Bestanden → Openen of Foto nemen.
3. Selecteer een afbeelding of maak een foto (→
Laden).
→ een effect (filter, stijl, vervormen
4. Druk op
of vervagen).
5. Selecteer een van de mogelijke varianten van
het gewenste effect en selecteer Gereed. Bij
sommige effecten kunt u het niveau aanpassen.
Om een gedeelte van de afbeelding te vervagen,
verplaatst u eerst het selectiekader of maakt
u het groter of kleiner. Vervolgens selecteert u
Gereed.
6. Als u klaar bent, selecteert u Bestanden →
Opslaan als.
7. Geef een nieuwe bestandsnaam in voor
de afbeelding en selecteer Opslaan.
Afbeeldingen transformeren
1. Open de afbeelding die u wilt bewerken.
Zie stappen 1-3 in "Effecten toepassen".
→ Grootte wijzigen, Draaien,
2. Selecteer
of Spiegelen.
3. Roteer of spiegel de afbeelding en selecteer
Gereed.
Als u het formaat wilt wijzigen, selecteert
u eerst een formaat en vervolgens Kies.
4. Sla de bewerkte afbeelding op onder een
nieuwe bestandsnaam. Zie stappen 6-7
in "Effecten toepassen".
55