3. Selecteer een van de SIM-kaartsleuven.
4. Geef een activeringsschema op voor de SIM-
kaart en selecteer Opslaan.
Namen en pictogrammen van de SIM-
kaarten wijzigen
1. Houd in de standby-stand [ ] ingedrukt.
2. Selecteer Kaart registreren.
3. Selecteer een van de SIM-kaartsleuven.
4. Selecteer Naam kaart, wijzig de naam van
de SIM-kaart en selecteer Gereed.
5. Selecteer Pictogram, wijzig het pictogram
van de SIM-kaart en selecteer Opslaan.
28
De basisfuncties voor bellen
Oproepen tot stand brengen, oproepen aannemen
en de basisfuncties voor bellen gebruiken.
Een oproep tot stand brengen
1. Selecteer Toetsen in de standby-stand en
geef het netnummer en het abonneenummer in.
2. Druk op [
] om het nummer te kiezen.
3. Druk op [
] om de oproep te beëindigen.
Een oproep aannemen
1. Druk op [
] als een oproep binnenkomt.
2. Druk op [
] om de oproep te beëindigen.
Het volume aanpassen
Druk de volumetoets omhoog of omlaag om
tijdens een gesprek het volume aan te passen.